Afscheid van Corsica

image

Op weg terug naar het vaste land, kijk ik nog een keer om en door mijn hoofd gaat het gedicht van Anton’Francescu Filippini.

Bastia, de havenstad. Oud, versleten. Ik ruik het menselijke afval. Het park, plein, citadel en oude haven.
De kustweg naar het noorden, fabuleuze uitzichten, de brede weg door het binnenland. Het kleine vissersdorpje met gastvrije mensen, de obers met en zonder tanden. De trotse vissers. De wandelingen naar een oud Fransiscaner klooster, un jardin dans la montagne. De wijn, het eten, de witte en zwarte stranden, rotsen.
Vaarwel mijn Corsica.

Ancu s’ùn videraghju più la mio terra, prima di more, a mio patria a mi portu in core è l’aghju sempre à tù per tù
Al zie ik mijn land nooit meer terug voor ik sterf, ik draag het in mijn hart en ik blijf er altijd vertrouwd mee

Vecu u so celu gonfiu è tesu cum’è un preziosu ballacchinu, sopr’à li paesi u marinu l’empie tuttu è l’alza di pesu
Ik zie haar hemel, bol gespannen als een kostbaar baldakijn, de zeewind boven de dorpjes vult het en tilt het omhoog

Vecu e so coste innargentate ch’ella ricama l’alga nera, vecu e so cità chì di sera anu e voce innamurate
Ik zie haar zilveren kusten, geborduurd met zwarte algen, ik zie haar steden die ’s avonds praten met verliefde stemmen

Anton’Francescu Filippini – Visione Care