Terwijl ik in de schaduw van het huis nog een glas water met ijsklontjes drink, vallen de mussen achterelkander van het dak. Het duurt niet lang voor ook de kraai met wijd opengesperde bek het loodje gaat leggen.
We gaan allemaal dood, dat is één ding dat zeker is. Maar hoe, dat weet niemand.
Ik kan daar wel mijn voorkeur over uitspreken. Vroeger zou ik er geen probleem mee gehad hebben, als ik in mijn sportharnas was overleden. Wat was er mooier dan een paar uur hardlopen en dan plotsklaps dood te zijn, als een pier. Tegenwoordig zou ik het liefst in mijn slaap doodgaan. Gewoon mijn ogen dicht doen en niet meer wakker worden.
Er zijn verschillende manieren waarop ik de kraaienmars kan blazen. Mijn hart kan er door ouderdom mee ophouden, ik kan een ongeluk krijgen, ik kan doodziek worden, ik kan me doodschrikken van geluk of verdriet. Ik heb zelfs gehoord dat je je in je huwelijk dood kunt voelen. Dat is dan wel weer opmerkelijk, aangezien ik verwacht dat er na de dood geen gevoel meer is. In ieder geval niet bij de overledesne. Wel bij de nabestaanden. Zalig zijn de mensen die kind noch kraai hebben, zij laten geen mensen in rouw achter.
Ach, het is “Der Lauf der Welt” en het beste is om je daarbij neer te leggen. En dat is ook wat er gebeurt, je gaat in ieder geval liggen. Wat er daarna met je gebeurt, daar kan je vooraf nog voor kiezen. Het meest idyllisch lijkt me om te gaan liggen op een groene begraafplaats met veel ruimte, vogels en stilte. Maar je kan er natuurlijk ook voor kiezen om gecremeerd te worden, dan leg je je niet neer, maar ben je strooigoed geworden voor Gods akker. Ik heb trouwens ook gelezen dat je ‘geshredderd’ kan worden. Door zo’n apparaat waarin ook takken, zo dik als mijn spaakbeenderen, tot kleine stukjes worden vermorzeld. De hoogwaardige eiwitten van mijn lichaam raken op die manier niet verloren, zoals bij cremeren. De proteïne kan weer opgenomen worden door de aarde en je hebt ook de mogelijkheid om de stukjes te verdelen over de aarde, zodat de toxische stoffen, die zich in de loop der jaren in mijn lichaam hebben verzameld niet op één plek de grond vergiften, zoals bij begraven het geval is. (Uit: verhalenbundel De moeder van Ikabot – Maarten ’t Hart, juni 2016).
De laatste jaren is er een nieuwe vorm van doodgaan bijgekomen. Ik kan doodgaan door een terroristische aanslag. De kans dat je door een zichzelf opblazende terrorist wordt gedood is natuurlijk niet groot, de angst wel. Terrorisme heeft de angst om dood te gaan doen toenemen. Ik ben bang dat óók ik een dood paard aan een boom bind. Dat ik niet meer durf te vliegen of me durf te begeven in grote menigten.
Bijna elke dag lees, hoor en zie ik de berichten op het nieuws. Mijn aandacht kan er niet van losgetrokken worden. Mijn geest raakt bijna verziekt en ik sta op het punt om mezelf te beschermen door geen nieuws meer te kijken of te luisteren. En wie weet is dat ook wel goed voor mij. Besteed ik mijn tijd meer aan de mensen om me heen, mijn familie en vrienden en die mensen die een moreel steuntje nodig hebben. Wie weet word ik zo ‘een vliegende kraai die altijd wat vindt’. Er zijn trouwens steeds meer mensen die deze stap nemen en teruggaan naar het leven waar ze wel zelf invloed op hebben.
De paus zei de afgelopen week ‘de wereld is in oorlog, omdat zij de vrede verloren heeft’. Misschien is dat het wel. Ik heb mezelf en de ander verloren door intolerantie en (voor)oordelen. Een oorlog om macht en belangen, om geld, om natuurlijke bronnen. Het vergt een extra portie wijsheid en barmhartigheid om daar een eind aan te maken.
De zon heeft intussen een andere plek aan het firmament ingenomen en ik verzet mijn stoel, zit nu stijf tegen de gevel. De mussen liggen roerloos om me heen. En terwijl mijn water begint te koken, wacht ik tot de kraai zal vallen.
In ’t warme donker van de avond,
bange mensen om me heen.
Zelf de duif hier op het dak, zoek je vrijheid,
blijf niet zitten, heel alleen
Er is oorlog in de wereld,
we zijn de vrede nu echt kwijt.
Terroristen zaaien angst en dat voel ik,
ik wil weer vrij zijn voor altijd
En weet je duif dat jij me kracht geeft,
de maan in de donker blauwe lucht.
En jij bent diegeen die alle macht heeft,
want jij bent de vleugels van mijn vlucht
We kunnen wél leven met een ander,
er is genoeg voor iedereen.
Ben verdraagzaam tolerant, vol met wijsheid,
verspreid de liefde om je heen
En weet je duif dat jij me kracht geeft,
jij brengt de liefde terug in mij.
En jij bent diegeen die alle macht heeft,
want jij bent de vleugels ‘k voel mij vrij.
En weet je duif dat jij me kracht geeft,
de kracht voor dat hele klein gebaar.
En jij bent diegeen die alle pracht heeft,
want jouw liefde brengt ons bij elkaar
(Song: de vleugels van mijn vlucht – Paul de Leeuw)