Ben ik een product van de autoritaire samenleving?
Soms denk ik dat wel. Er zijn momenten, dat ik me laat verleiden om opgepropt in een vliegtuig te zitten om met heel veel andere mensen gezellig vakantie te gaan vieren op een andere plek op onze aardkloot. Als een lemming, volgegeten met papavers, loop ik achter de anderen aan naar pretparken en ‘all inclusive’ vakantieoorden. In navolging van anderen kijk ik wat goedkoop is en waar er wat te halen valt. Ik leg dan mijn volle aandacht op imitatie.
Helemaal vreemd is dit niet, het is namelijk ook wel erg makkelijk.
In onze samenleving is in 1901 de leerplichtwet ingevoerd. Dat betekent dat ieder kind van zes tot twaalf jaar verplicht is tot het volgen van onderwijs. Op mijn lagere school, voor diegenen die na 1985 geboren zijn, de basisschool, was er strikte controle op alles wat je deed en moest doen, middels het geven van instructies. Er was een duidelijk doel en hoe je er moest komen werd je verteld, je hoefde alleen maar uit te voeren en mee te doen. Alles lag vast in regels, je hoefde zelf niet na te denken. Wit was wit en zwart was zwart.
Waarschijnlijk heeft daarom de goedkope busreis met verkoopdemonstratie een enorme aantrekkingskracht op me. Gewoon het idee om met een uitgestreken gezicht, samen met andere busreizigers, te kijken naar de man aan de microfoon. Als een geïsoleerde witte boon in tomatensaus achter het glas van een Hak-potje mezelf laten meevoeren naar restaurants waar het eerste kopje koffie gratis is, waar de maaltijd bestaat uit een kopje lauwe, flauwe soep en je voor de rest van het eten en drinken de hoofdprijs moet betalen.
Ik begrijp ook wel dat zo’n goedkope busreis inclusief verkoopdemonstratie nooit die impuls aan mijn leven zal geven zodat mijn gedrag verandert van imitatie in authentiek. Maar waarom zou ik daar ook naar zoeken, ik ben opgegroeid in een autoritaire samenleving en pas me aan.
Net als ieder kind heb ik spelend nieuwe dingen ontdekt, handigheden die een verrijking hadden kunnen betekenen voor de gemeenschap. Ware het niet dat de samenleving in mijn kinderjaren gebaseerd was op autoriteit. Wat de leraren doen is immers goed en niet voor verbetering vatbaar. En zo kwam in mijn kinderspel de volle nadruk te liggen op imitatie. Ik werd een tweede leerkracht die de wereld vertellen zou, hoe er geleefd moest worden.
De laatste jaren komen er steeds weer prikkels binnen die me verwarren.
Als ik een vliegtuig in stap en de deuren sluiten zich achter me, dan voel ik dat ik geen kant meer op kan, alleen maar kan gaan zitten en het lot ondergaan. Als de airconditioning aan wordt gezet en het geluid hevig wordt in de ruimte. Op zich een voordeel omdat ik daardoor de geluiden van de medepassagiers minder hoor en hun geuren, evenals die van mij, zo snel mogelijk worden afgevoerd. Maar de rust, de vrijheid, die ik daarna ervaar als ik, op een primitief vliegveld, de trap afdaal, naar die prikkel ben ik al mijn hele leven op zoek.
Steeds sterker wordt de gedachte dat ik wil ontsnappen aan de gevestigde macht, het meelopen in de maat van de autoritaire wereld, de macht van het verkoopapparaat, de macht die mijn vrije wil inperkt en mijn spelen naar imitatie drijft en niet naar de vrijheid om te experimenteren en te variëren op wat ik anderen zie doen.
Ik wil terug naar de tijd dat ik nog kon spelen en net als bij de hogere apen mijn fantasie geprikkeld wordt. Chimpansees die genoeg te eten hebben gehad en toch weten dat er nog eten verstopt ligt, die trekken een kast vol trucks open om ook dat eten te pakken te krijgen. Niet omdat het nodig is, ze hebben namelijk al geen honger meer, maar omdat ze kunnen spelen zonder iets te moeten bereiken.
Laatst liep ik huppelend, terwijl het toch goed vijftig jaar geleden is dat ik op de kleuterschool zat, terug vanuit de koffiecorner op het werk met een groep collega’s huppelend achter me aan en ik voelde me vrij. Die huppel heeft nog geen verandering in de wereld veroorzaakt, maar heeft wel een eerste aanzet gegeven tot meer authenticiteit. Mijn ogen zijn geopend voor initiatieven van mensen die anders durven te bewegen, mensen die de jeugd aanzetten tot vrijer denken en handelen.
In een vrije samenleving zijn de kinderen in hun spel vrijer om te experimenteren en te variëren op wat zij grote mensen zien doen. Daardoor zijn zij medeveroorzakers van veranderingen in de samenleving.
Welke verandering ontstaat er door jouw spelen?