Een zebra onder de rok

Zebrabenen

Al vroeg leerde ik dat er grenzen zijn.
Mijn moeder stond met haar vriendinnen te praten in de kamer. Een langgerekte jaren zestig kamer, met een voor – en achterkamer in één lange smalle ruimte, een bankstel met twee fauteuils en een salontafel met een bakje sigaren en sigaretten.
De rokken van de vriendinnen reikten bijna tot aan de enkels, waardoor ik, als een trapezium artiest, aan de bank moest hangen om met mijn hoofd bijna op de grond onder de rokken te kunnen kijken.
Onder de rokken kijken is zo’n demarcatie. Tot een jaar of vier wordt het voorval nog giechelend afgedaan. Het kind wordt rechtop gezet en de rok weer recht gestreken. De grens ligt bij schoenmaat 29. Ik had net die schoen tegen de muur gezet en mijn rechter knieholte houvast gegeven aan de rugleuning, toen ik werd opgetild aan mijn oren en met een strenge blik de kamer uit werd gestuurd.
En toch was ik toen al benieuwd wat er onder die rokken te zien was.

De afgelopen maand zijn er weer veel jonge mensen afgestudeerd. Ik heb een eindpresentatie van de opleiding Mode – en vakschool gezien. Als die vertoning een voorteken is voor de mode die deze zomer gedragen gaat worden, heb ik er een hard hoofd in. Zal ik ooit te zien krijgen wat er onder die rokken zit? In het gedachtengoed van Jef Montes lopen de modellen in moderne versies van begin jaren dertig met lange broeken en dito jurken over de catwalk. De jonge ontwerpsters lopen daarentegen in rokken tot net over de knie en ik besef dat er nog hoop is. Net zo goed als er hoop is voor deze afgestudeerden op een baan. De werkeloosheid van de jongeren in Nederland was het afgelopen half jaar licht toegenomen en kwam net onder de 12 procent uit. In Italië ligt dat getal veel hoger.

Een paar weken geleden zat ik op een bankje op de muur van Lucca en keek uit over het Toscaanse land. De zon brandde op mijn naakte armen en benen die, zoals mijn moeder zo vaak tegen me zegt, ik goed ingesmeerd had. Naast me zat een bejaarde man in vol kostuum en een wandelstok. Vanuit de schaduw van zijn hoofddeksel hoorde ik hem in het Engels met mij praten. Hij vertelde me dat hij een ‘professore dottorato’ was, die heel zijn leven les had gegeven aan de jeugd. De jeugd die tegenwoordig te lui was om te gaan werken. Hij vertelde me dat de jeugdwerkeloosheid enorm hoog is in Italië, boven de 40 procent. En dan moet je bedenken dat mensen die maar één uur werk in de week hebben, niet bij deze groep worden meegeteld. Dat vertelde hij me niet, maar was parate kennis van mezelf.
‘Nu wil Minister-president Matteo Renzi ook nog belastingverlaging voor de lage – en middeninkomens instellen, die gefinancierd moet worden door besparingen in het staatsbestuur, afschaffen van dienstauto´s en bevriezen van de topsalarissen,’ zei die spraakzame man naast me, ‘maar van mijn geld blijft hij af.’
De oude man stond moeizaam op, gaf me een hand en schuifelde rustig de helling af richting zijn chauffeur, die de portier van zijn auto al openhield.

Ik keek weer over de muur naar al die werkloze jongeren die langs wandelden. Ik zag de armoede van hun gescheurde spijkerbroeken. Dát was wat me verbaasde. Niet het feit dat er zoveel jeugd op een doordeweekse dag over de muur loopt, maar hun broeken met de scheuren. Net of de jeans met zeer scherpe stenen was gewassen en de stof over de breedte op meerdere plaatsen opengescheurd had. De zon had door de open gaten de mogelijkheid om het vel van hun nog jonge benen aan te raken. De huidlaag die ondertussen net zo bruin moest zijn geworden als mijn armen en benen. En de huidlaag die bedekt was door de kledij net zo wit, als de huid onder mijn borstharen.
Ik heb het niet durven vragen, maar had graag de strepen op hun benen gezien.

Kleding uit Italië staat nog steeds hoog aangeschreven in de wereld, van hun tunieken in het oude Rome, tot de innovatieve – en prachtige couture kleding van dé modeschool van Rome Accademia di Costume e di Moda. Ik weet niet zeker of de gescheurde broeken die ik in Lucca heb gezien een Italiaanse variatie zijn op de stonewashed Amerikaanse jeans, maar ik weet dat ik ze ook opvallend vaak in Nederland zie.

De zomer zal zich vast nog laten zien, volgens het boek van Dimitri Verhulst laat de zomer zich echt niet tegenhouden. Als de zomer daar is, zal ik mijn broek aantrekken met pijpen tot net boven de knie – want daar ligt bij mij de grens – en op zoek gaan naar de zebrabenen van onze werkende jeugd.