Categorie archieven: Sterven

Dank je wel Françoise Hardy

Françoise Hardy

De man las zijn tijdschrift en likte aan zijn vinger iedere keer dat hij een bladzijde omsloeg. Daarbij keek hij over zijn bril, die op het puntje van zijn neus balanceerde, steeds even de wereld in. Ik doe dat zelf ook, even de wereld inkijken als ik verdiept ben in een onderwerp. Een manier om te ontspannen en met een andere kijk weer verder te gaan aan het verhaal.

Bij één van de ombladeringen viel zijn oog op mij. Hij zat aan de ene kant van de deur en ik aan de andere op het terras van de dorpsherberg. Het was nog niet echt druk aan de tafeltjes, het was nog vroeg op de avond, maar de waard liep toch regelmatig met lege of volle glazen tussen ons door of vulde de mijne of die van hem.

‘Ah, jou moest ik net hebben,’ zei de man, die zijn bril op de rand van zijn tafel legde. Een poot bungelde naar beneden en het kon niet lang duren voor het kijkgereedschap de weg naar het grind vond. Alles wat balanceert kan twee kanten opgaan.

‘Ja, jou,’ sprak de man en priemde met zijn vinger mijn kant op, ‘heb je het gehoord van Françoise Hardy? Ze is gestorven, terwijl ik dacht dat ze in remissie was.’

Nu moest ik eerlijk bekennen dat ik niet wist dat ze ziek was, wel dat ze al een aardige leeftijd had. Op de middelbare school leerden we Franse chansons te vertalen. Dat waren mooie lessen, want de chansons zelf werden ook afgespeeld. De leraar frans, onder andere gekleed in een zelfgebreid vest en zijn voeten gestoken in open sandalen met geitewollen sokken, had dan zijn platenspeler bij zich en legde een singeltje op de draaischijf. Voor mij een moment om weg te dromen en even niet bezig te zijn met de grammatica van deze toch moeilijke taal. Zo draaide hij, naast nummers van Julien Clerc en Michel Sardou, ook haar hit ‘Tous les garçons et les filles’. Deze hit was uit 1962 en wij bestudeerden haar tekst in 1978 en zelfs nu heb ik haar nummer nog in mijn spotify playlist staan.

‘Goh,’ mompelde ik een beetje uit het lood geslagen, ‘dat wist ik niet.’

De waard vulde mijn glas nog eens aan, tot het randje. Waarbij het, hoe langer de avond duurde, steeds lastiger werd om het vocht in het glaasje te houden als ik het naar mijn mond bracht. Maar meestal ging het goed. Net als bij de bril, die ondertussen alweer op zijn neuspuntje balanceerde. De man had zijn vingers bevochtigd en een bladzijde van zijn tijdschrift omgeslagen. Terwijl ik nog eens naar mijn volle glaasje keek.

‘Op jou Françoise,’ lispelde ik, ‘dank je wel voor jouw muziek en dat je anders was dan alle anderen uit jouw tijd. Voordat ik vanavond mijn bed in kruip, draai ik nog 1x jouw lied over een jonge vrouw die de liefde nooit gekend heeft en haar jaloezie richting de koppels om haar heen. Santé’

Jonathan

Het was nog vroeg, langzaam sloop het schip over de rustige zee. We waren halverwege, nog 2 uur te gaan. In de patrijspoort aan bakboord zag ik plots 2 meeuwen verschijnen. Ongeveer 300 meter van het schip, afstanden zijn moeilijk te schatten. Ze gaan iets sneller. Heel langzaam zie ik ze achter elkaar heel laag over het water scheren. Onderweg, waarheen? De voorste is het sterkst. Plots schiet hij omhoog, duikt achter de ander naar beneden en sluit weer aan. Van korte duur, per slot is hij de sterkste en neemt over door er omheen te vliegen. Soms worden ze opgegeten door de golven en een tel later zie ik ze weer. We varen te langzaam. De meeuwen halen ons in en verdwijnen.

Oma is overleden. In Kijkduin is de begrafenis. Natuurlijk zijn we te vroeg bij de aula. Buiten, voor de deur wacht een geweldig grote zeemeeuw. Met een soevereine blik kijkt hij ons aan. Als we dichterbij komen, stijgt hij sierlijk op, draait een ronde en verdwijnt over de bomen. In de dienst vertelt de voorganger het verhaal van Jonathan, de zeemeeuw, die zijn meeuwenleven te beperkt vindt. Jonathan Livingston streeft naar iets hogers – ook letterlijk, door zo hoog en zo elegant en zo snel mogelijk te vliegen.
Oma had dit uitgekozen.

Daar midden op zee zie ik ze ineens weer. Ze hebben 2 andere meeuwen ontmoet. Ik zie ze tegen elkaar op vliegen, om elkaar heen draaien, hoger en hoger, tot ze rechts uit de poort verdwijnen.