Jonathan

Het was nog vroeg, langzaam sloop het schip over de rustige zee. We waren halverwege, nog 2 uur te gaan. In de patrijspoort aan bakboord zag ik plots 2 meeuwen verschijnen. Ongeveer 300 meter van het schip, afstanden zijn moeilijk te schatten. Ze gaan iets sneller. Heel langzaam zie ik ze achter elkaar heel laag over het water scheren. Onderweg, waarheen? De voorste is het sterkst. Plots schiet hij omhoog, duikt achter de ander naar beneden en sluit weer aan. Van korte duur, per slot is hij de sterkste en neemt over door er omheen te vliegen. Soms worden ze opgegeten door de golven en een tel later zie ik ze weer. We varen te langzaam. De meeuwen halen ons in en verdwijnen.

Oma is overleden. In Kijkduin is de begrafenis. Natuurlijk zijn we te vroeg bij de aula. Buiten, voor de deur wacht een geweldig grote zeemeeuw. Met een soevereine blik kijkt hij ons aan. Als we dichterbij komen, stijgt hij sierlijk op, draait een ronde en verdwijnt over de bomen. In de dienst vertelt de voorganger het verhaal van Jonathan, de zeemeeuw, die zijn meeuwenleven te beperkt vindt. Jonathan Livingston streeft naar iets hogers – ook letterlijk, door zo hoog en zo elegant en zo snel mogelijk te vliegen.
Oma had dit uitgekozen.

Daar midden op zee zie ik ze ineens weer. Ze hebben 2 andere meeuwen ontmoet. Ik zie ze tegen elkaar op vliegen, om elkaar heen draaien, hoger en hoger, tot ze rechts uit de poort verdwijnen.