Categorie archieven: Leven

Leven als een god in Frankrijk

Activiteiten in Frankrijk

“Nou, jij leeft ook als een god in Frankrijk!”
Hoe vaak hoor ik dat mensen tegen me zeggen.
En misschien hebben ze wel gelijk.
Ik hoef niet meer te werken dus kan aan alle leuke activiteiten in Frankrijk meedoen, wandelen, feesten, samen aan een praalwagen bouwen.
De reden dat we drie jaar geleden in Frankrijk zijn gaan wonen, was niet vanwege mijn platvoeten, maar vanwege de gevolgen van een herseninfarct.
Onze moeders, de kinderen en kleinkinderen, familie en veel vrienden wonen nu op grote afstand en de directe zorg hebben we aan anderen moeten overlaten en daar zijn we ze zeer dankbaar voor. Ondertussen zorgen we hier (met de energie die we hebben) voor de mensen in onze omgeving.
Ik moet 12 uur op een dag slapen, moet rusten tussen activiteiten door, kan hoegenaamd geen muziek verdragen, moet oordopjes in, moet mijn dag en week goed plannen. En zelfs als ik dat allemaal goed uitvoer val ik af en toe terug in een diepe dip en kan niets meer verdragen.
Nee, ik ben niet zielig en weet heel goed dat dit mijn leven is, jaren van therapie hebben me doen inzien dat dit het beste voor me werkt.
Op facebook en andere social media staan de leuke dingen die we doen en heel af en toe vertel ik er hoe mijn leven er echt uit ziet.
De vrienden en familie die bij ons zijn langsgekomen in Frankrijk herkennen hetgeen ik beschrijf en die weten ook hoe goed de rust en stilte van dit land voor me zijn.
Ik weet niet of de uitdrukking “leven als een god in Frankrijk” goed bij me past. Ik vind de uitdrukking van Hendrik Groen beter bij me passen “Pogingen iets van het leven te maken”, want wil ik fijn leven en daarom zal ik me altijd aanpassen aan hetgeen er gebeurt.

Bakoven in Gacôgne

Bakoven

We hoeven niet lang te rijden, het zal 6 km zijn, oftewel 10 minuten over de slingerweggetjes in de Morvan.
En toch ruik ik de warme pizza’s en het pasgebakken brood al.

We hebben de wagen volgeladen met gerezen deeg, koffie en thee, een paar flessen wijn, houtblokken en doosjes vol met lekkernijen voor op de pizza’s.

Eens in de zoveel tijd wordt in Gâcogne namelijk de oude houtoven opgestookt.
Dan komen mensen bij elkaar om brood en pizza’s te bakken en natuurlijk te kletsen, te eten en te drinken.

Er is geen geur lekkerder dan die van versgebakken pizza met tomatensaus, salami, knoflook, kaas.

En ik ruik de warme pizza’s al, vreemd want het gerezen deeg is nog geen pizza geworden en er is ook nog geen vers brood.
Ons brein, in ieder geval de mijne, kan geuren ruiken van dingen die er niet zijn.
En ook geuren van dingen die er wel zijn, maar ja dat kunnen de meeste mensen wel.

Het is een neurologisch complot van mijn eigen zintuigen.
En dat kan heel goed zo zijn, want we worden tegenwoordig doodgegooid met complottheorieën, dus deze kan er ook nog wel bij.
Ik wist alleen niet dat ze ook in mijn hoofd kunnen plaatsvinden, gevoed door mijn reukpapillen.

Ik herken die theorieën wel in de maatschappij, want ineens staan de binnen – en buitenlandse autoriteiten ter discussie, zoals politiek, bedrijven, wetenschap.
De nieuwe denkers denken dat de aarde plat is en dat 5G de eigenlijke oorzaak is van de coronapandemie.
Kennis wordt als onbetrouwbaar gezien en de opkomst van ‘do-it-yourself’-wetenschap is flink gestegen.

Ondertussen zit ik er toch wel mee, dat ik de versgebakken pizza nu al ruik.
Terwijl we nog 10 minuten moeten rijden en het brood en de pizza’s nog moeten bakken.
Sowieso is wachten niet echt een sterke kant van me.

Mijn neurologisch complot is meer een reukstoornis, een fantosmie.
Maar ik zal daar zelf maar eens onderzoek naar gaan doen, want deze informatie kan ook zomaar onbetrouwbaar zijn.
Het kan namelijk ook zijn dat ik gewoon een groot imaginair inlevingsvermogen heb.
En dat lijkt me het meest waarschijnlijk.

Dus rustig nu. Geduld en vertrouwen.

Op naar de gezelligheid en straks ruiken, drinken en eten.

Dank je wel Françoise Hardy

Françoise Hardy

De man las zijn tijdschrift en likte aan zijn vinger iedere keer dat hij een bladzijde omsloeg. Daarbij keek hij over zijn bril, die op het puntje van zijn neus balanceerde, steeds even de wereld in. Ik doe dat zelf ook, even de wereld inkijken als ik verdiept ben in een onderwerp. Een manier om te ontspannen en met een andere kijk weer verder te gaan aan het verhaal.

Bij één van de ombladeringen viel zijn oog op mij. Hij zat aan de ene kant van de deur en ik aan de andere op het terras van de dorpsherberg. Het was nog niet echt druk aan de tafeltjes, het was nog vroeg op de avond, maar de waard liep toch regelmatig met lege of volle glazen tussen ons door of vulde de mijne of die van hem.

‘Ah, jou moest ik net hebben,’ zei de man, die zijn bril op de rand van zijn tafel legde. Een poot bungelde naar beneden en het kon niet lang duren voor het kijkgereedschap de weg naar het grind vond. Alles wat balanceert kan twee kanten opgaan.

‘Ja, jou,’ sprak de man en priemde met zijn vinger mijn kant op, ‘heb je het gehoord van Françoise Hardy? Ze is gestorven, terwijl ik dacht dat ze in remissie was.’

Nu moest ik eerlijk bekennen dat ik niet wist dat ze ziek was, wel dat ze al een aardige leeftijd had. Op de middelbare school leerden we Franse chansons te vertalen. Dat waren mooie lessen, want de chansons zelf werden ook afgespeeld. De leraar frans, onder andere gekleed in een zelfgebreid vest en zijn voeten gestoken in open sandalen met geitewollen sokken, had dan zijn platenspeler bij zich en legde een singeltje op de draaischijf. Voor mij een moment om weg te dromen en even niet bezig te zijn met de grammatica van deze toch moeilijke taal. Zo draaide hij, naast nummers van Julien Clerc en Michel Sardou, ook haar hit ‘Tous les garçons et les filles’. Deze hit was uit 1962 en wij bestudeerden haar tekst in 1978 en zelfs nu heb ik haar nummer nog in mijn spotify playlist staan.

‘Goh,’ mompelde ik een beetje uit het lood geslagen, ‘dat wist ik niet.’

De waard vulde mijn glas nog eens aan, tot het randje. Waarbij het, hoe langer de avond duurde, steeds lastiger werd om het vocht in het glaasje te houden als ik het naar mijn mond bracht. Maar meestal ging het goed. Net als bij de bril, die ondertussen alweer op zijn neuspuntje balanceerde. De man had zijn vingers bevochtigd en een bladzijde van zijn tijdschrift omgeslagen. Terwijl ik nog eens naar mijn volle glaasje keek.

‘Op jou Françoise,’ lispelde ik, ‘dank je wel voor jouw muziek en dat je anders was dan alle anderen uit jouw tijd. Voordat ik vanavond mijn bed in kruip, draai ik nog 1x jouw lied over een jonge vrouw die de liefde nooit gekend heeft en haar jaloezie richting de koppels om haar heen. Santé’

Opvallende stem

Morvan

Vanmorgen kwam ik Tom tegen, op de markt in Ouroux-en-Morvan, Tom Jansen. Je kent hem vast wel, die Nederlandse acteur met zijn kenmerkende stem. Ko van Dijk’s stem haalde je ook overal tussenuit. Tom hoeft weinig aan zijn stem te doen om hem zo te houden, zegt hij zelf, af en toe een sigaret en een wijntje 😁.

Ik zal niet zijn hele filmografie opnoemen, maar in Oeroeg, Het bittere kruid en Een mens van goede wil, was hij te zien en te horen. Af en toe reist hij nog naar Nederland, gewoon voor nog een rol in een serie of film. Niet te lang, want het leven in de Morvan kan hij zeker niet missen.

Ik mag vast nog even reclame maken, hij is nu namelijk te zien op de Nederlandse televisie in de serie Zussen bij omroep Max 👍

Samen op reis

Bankje
Bankje aan het begin en aan het eind

Samen op reis

Ga het komende jaar met me mee naar het eind van de wereld
Daar staat een bankje
En kunnen we rustig terugkijken op de tijd die geweest is
Op boosheid, frustratie en angst
Op geluk, tevredenheid en nostalgie

Ga het komende jaar met me mee naar het begin van de wereld
Daar staat een bankje
En kunnen we rustig vooruitkijken op de tijd die komen gaat
Op jaloezie, eenzaamheid en verdriet
Op hoop, trots en vertrouwen

Reis het komende jaar samen met mij
naar dat bankje
Want het bankje is dezelfde
Aan het eind en aan het begin, aan het begin en aan het eind
Dan leven we samen al het leven daar tussenin

Ik wens ons een mooie reis in 2024

Er is altijd hoop

11 November is het Wapenstilstandsdag. Deze dag is bedoeld om te worden gewijd aan het nastreven van mondiale vrede. We gedenken bij de zuil met namen van hen die in de eerste en tweede wereldoorlog omkwamen.

**************
Er is altijd hoop

Ze zijn dood, de jongens uit het dorp
Net als hun vaders en hun opa’s

Ze hebben verdriet gehad
De vriendinnen, de moeders en de oma’s

En dat alles omdat we liefhebben
Onze vrijheid, ons land, onze familie

En iedere dag gebeurt het
Ja, ook in ons
Willen we meer, worden we boos
Jaloers en gemeen

Hoe moeilijk is het toch
Om ons ego te stoppen
En de ander als onszelf te zien

Vandaag herdenken we
Omdat ze dood zijn
Maar vooral omdat we hoop hebben
Dat we ooit de ander liefhebben als onszelf

Alleensaamheid

Stoel in een kamer
In een huis op het Franse platteland stond in een kamer, een stoel tussen oude pannen, stenen en stof

Ineens voel je het
Hoelang ben je nu al alleen
Vijf minuten, een uur
Een week, een maand

Het gevoel is steeds even sterk
Alsof je niet kunt ontsnappen
Terwijl er nog zoveel om je heen gebeurt
Het gevoel van alleensaamheid

Buiten danst de wereld
Draait het leven door
Slapen, opstaan, werken, eten
En jij doet mee, zoals je hebt geleerd

En dan gebeurt het
Staat het leven even stil
En sta je aan de kant
Daar waar je niet zou willen staan

Nu schijnt de zon weer
Achter die deur
Je hoeft hem alleen maar open te doen
En achter je rug te sluiten

En weg is het gevoel
Al vijf minuten, een uur
Een week, een maand
Je bent weer alleen, maar wel samen

#NAH #Herseninfarct #Doorgaan #Alleen #Samen #Alleensaamheid #Zon

(Tekening: Michele Mosselaar)

Straks gaan we

Gedicht - straks gaan we

Straks gaan we

Straks ga ik dood
Nee, nu nog niet
Nu mag ik nog leven

Straks ga jij dood
Nee, nu nog niet
Nu mag jij nog leven

Speel met me vandaag
Vertel me je dromen
Speel met me
Laat je gedachten komen
Vrolijke of dwaze
Laat ze door mijn leven stromen

Met wat hulp van jou
Met wat hulp van mij
Komen de inzichten
Verdwijnen de blokkades
Ontstaat er ruimte
Om verder te komen

Straks gaan we dood
Nee, nu nog niet
Nu mogen we nog leven

Een les Frankrijkkunde

De sloot
Snelstromend water uit de bron

Gewoonlijk doe ik er ongeveer twintig minuten over.

Het is een wandeling van nog geen twee kilometer, maar bevat wel een flinke steile heuvel.

Vlak naast de weg stroomt water met veel kracht vanwege het grote hoogteverschil.

En net als ik stop om ernaar te kijken, zie ik even verderop meneer Dupont met zijn handen op de rug ook naar het schouwspel kijken.

‘Bonjour, ça va?’ is de standaard begroeting en daarna probeer ik in mijn beste Frans verder te praten.

‘Qu-est-que vous faites?’ Oftewel, wat doet u?

‘Het water stroomt uit de bron in mijn weiland, ik heb een geul gegraven naar de sloot. Nu controleer ik of het water kan blijven stromen, omdat af en toe dikke modderklonten de loop versperren.’

‘Ongelofelijk dat dit soort kleine stroompjes verderop in het landschap van Frankrijk uitgroeien tot machtige rivieren,’ zeg ik.

Ik geloof dat ik het met iets andere woorden heb gezegd dan ik het hier nu opschrijf, want voor zulke volzinnen is mijn Frans nog niet goed genoeg.

Kleine zinnen, een onderwerp, een werkwoord en een lijdend voorwerp, daarmee kan ik me al goed redden.

Meneer Dupont is aardig, hij praat heel rustig en als hij een frons in mijn gezicht ziet, legt hij het gewoon met andere woorden nog een keer uit.

‘In de afgelopen vier jaar is de bron drie zomers droog komen te vallen,’ zegt hij bezorgd, ‘alleen in 2021 niet.’

Hijzelf woont vlak bij de samenvloeiing van de Loire en de L’Allier, daar waar de twee rivieren als de Loire verder gaan tot in de Atlantische oceaan.

Maar het liefst is hij in zijn tweede huis, la maison secundaire, in ons mooie dorpje.

En gelukkig maar, want hij zorgt er door zijn harde werken mede voor dat er grote rivieren kunnen ontstaan en geen overstroming via de rijweg.

Ik krijg van alles te horen over de châtaigniers, die met hun bladerdek menig terras in Frankrijk van schaduw voorzien, waarvan de gepofte vruchten op de kersmarkten worden verkocht en dat deze bomen hun oorsprong hebben in de Ardèche, daar waar ook de Loire ontspringt.

Hij vertelt over de zalmen die voornamelijk de L’Allier opzwemmen om te paaien in het ondiepe zoete water op de kiezelbodem dit snelstromende riviertje. Over vispassages die gemaakt zijn om deze vissen te helpen de stuwen te omzeilen.

‘De Loire is de langste rivier van Frankrijk,’ vertelt meneer Dupont, ‘en toch kiest de zalm er voornamelijk voor om de l’Allier op te zwemmen voor hun kraamkamers.’

Als je wilt inburgeren in Frankrijk moet je leren dat de Loire de langste rivier van Frankrijk is, net als dat je in Nederland moet weten hoelang de Nederlandse staat bestaat.

Thuis heb ik via Google maps de rivier eens gevolgd vanuit de oceaan tot aan haar bron, ruim duizend kilometer.

‘Maar stel nu dat de benedenloop van de twee rivieren niet De Loire zou zijn genoemd, maar de L’Allier, welke rivier was dan de langste van Frankrijk geweest?’ vraag ik.

Meneer Dupont is kalm en aardig, maar trekt nu toch echt zijn schouders op en schudt zijn hoofd.

‘Ik geloof dat ik daar bij de bron nog even moet controleren of het goed blijft stromen,’ lacht hij, ‘volgens mij heb jij vandaag weer genoeg Frankrijkkunde gehad.’

Hij klimt over het prikkeldraad en ik zie hem door het weiland lopen naar de source.

Wat fijn dat er mensen als meneer Dupont zijn die graag over hun land vertellen.

De wandeling heeft uiteindelijk een uurtje geduurd, maar dat is zij meer dan waard.

In mijn beste Frans

Venster schrijfheiligdom

Het moet nog vroeg zijn, want normaal gesproken hoor ik de eerste tractor voorbij rijden als ik nog in bed lig. En nu zie ik hem als ik door het raam van mijn schrijfheiligdom naar buiten kijk. Het geluid van deze landbouwmachine hoorde ik al eerder dan ik de trekker zag. Hij komt met een vaart uit het dal en volgt de slingerende weg omhoog tot ons gehuchtje. Net daarvoor daalt hij nog een stuk om vaart te zetten voor het laatste gedeelte omhoog tot de plek waar twee wegen elkaar kruisen.
Het is Jean-Claude achter het enorme stuur. Hij zwaait naar me. Gisteren stopte hij zijn tractor nog voor ons huis, midden op de weg, om even te praten over allerlei medische problemen in zijn leven. Ik heb er niet veel van onthouden, omdat ik steeds bezig was om te kijken of er auto’s aankwamen die er niet door zouden kunnen omdat wij hier stonden te praten. Een plaatsvervangend schuldgevoel waar ik wel vaker last van heb. Maar er kwam geen enkele wagen, misschien omdat ons gehuchtje het meest rustige is van Frankrijk.
Het enige dat me van zijn verhaal wel is bijgebleven is, dat zijn arm tien jaar geleden van zijn romp was gescheurd en er door de arts in Dijon weer aangenaaid is of heb ik hem verkeerd begrepen en zijn woorden verkeerd vertaald? De volgende keer zal ik hem er, in mijn beste Frans, nog eens naar vragen.