Af en toe een fee

Ochtendgloren

Het is gelukt. Ik had gedacht dat het helemaal niet kon, maar toch is het gelukt, een jaar vol geluksmomenten, een jaar vol momenten van broos evenwicht. Ze zijn er gekomen, al was het bij tijd en wijle ook even zoeken. Soms kwamen de momenten vanzelf. Blijkbaar had ik op die dagen mijn voelsprieten uitstaan om het geluk in iedere zonnestraal te zien. Op dagen waarop het geluk ver te zoeken was, moest ik daarentegen de momenten zelf creëren, het geluk een handje helpen.

Zodra mijn antennes uitstaan heb ik een heldere kijk op mijn omgeving, ik hoor alles en mijn omgeving dringt diep in me door. De merel die vroeg in de ochtend boven op het dak vrolijk staat te zingen, de zon die boven de heiige weilanden met haar eerste warme stralen mijn gezicht streelt. Alles klopt, de flow van het leven. (http://www.fweijer.nl/2017-een-jaar-vol-geluksmomenten/)

Maar soms loopt het allemaal niet zo soepel. Is mijn blik naar de buitenwereld gesloten en moet ik moeite doen om de glimlach van een ander te herkennen.
Kort geleden had ik nog zo’n radeloze zoekdag, een dag waarop ik mezelf vreselijk in de weg zat. De vakantie was net begonnen en ik was moe van het werk.
‘Ik ga een eindje fietsen, een kerstkaartje in de bus doen bij vrienden,’ bromde ik.
‘Het zal je vast goed doen,’ zei mijn vrouw met een vriendelijke lach, ‘even naar buiten. Wie weet kom je onderweg een goede fee tegen die de vrolijkheid kan terugbrengen, ook al ben jíj meer van de kabouters.’
En daar had ze wel een punt. Ik ben meer van de kabouters. Liever met mijn voeten op de grond, dan de onzekerheid van het zweven.
Ik fietste naar Esch, terwijl ik nadacht over de kabouters en de feeën. Aan de rechterkant van de weg stond een huis met een waterput in de tuin. In het voorjaar groeien de planten uit de put over de rand en zorgen de bloemen voor een geurig pad vanuit de diepte van de bron, dé plek voor kabouters. Maar deze dag was het koud, het waaide en de zon wist geen plekje te vinden om door de wolken heen te breken.
Op het fietspad kwam me een hardloopster tegemoet. Vele jaren heb ik hardlopers training gegeven en hardlopers die ik getraind heb, herken ik van verre, maar deze loophouding deed geen belletje bij me rinkelen. Het was een voor mij onbekende jonge vrouw. Ik moest nogal bars gekeken hebben, ik voelde mij in ieder geval zo. Bij het passeren lachte ze even naar me. Even, want de ontmoeting was er in een fractie van een seconde. De tegenwind nam mijn gedachten weer in bezit en ik sloeg af naar het dorp.
Op de terugweg, met de wind in de rug, kwam ik haar weer tegen. Nu keek zij wat norser, waarschijnlijk door de vele hardloopkilometers. Desondanks deed niets in haar me denken aan kleine hardwerkende kabouters. Ik keek naar haar en lachte. Ze keek terug en ik riep: ‘fijne dag vandaag.’ We draaiden ons allebei nog even om. Ik zag een glimlach op haar gezicht en voelde die op de mijne.
Een fee die zomaar op mijn pad kwam.

Ik wens jullie een jaar met af en toe een fee.