Categorie archieven: Leven

In mijn beste Frans

Venster schrijfheiligdom

Het moet nog vroeg zijn, want normaal gesproken hoor ik de eerste tractor voorbij rijden als ik nog in bed lig. En nu zie ik hem als ik door het raam van mijn schrijfheiligdom naar buiten kijk. Het geluid van deze landbouwmachine hoorde ik al eerder dan ik de trekker zag. Hij komt met een vaart uit het dal en volgt de slingerende weg omhoog tot ons gehuchtje. Net daarvoor daalt hij nog een stuk om vaart te zetten voor het laatste gedeelte omhoog tot de plek waar twee wegen elkaar kruisen.
Het is Jean-Claude achter het enorme stuur. Hij zwaait naar me. Gisteren stopte hij zijn tractor nog voor ons huis, midden op de weg, om even te praten over allerlei medische problemen in zijn leven. Ik heb er niet veel van onthouden, omdat ik steeds bezig was om te kijken of er auto’s aankwamen die er niet door zouden kunnen omdat wij hier stonden te praten. Een plaatsvervangend schuldgevoel waar ik wel vaker last van heb. Maar er kwam geen enkele wagen, misschien omdat ons gehuchtje het meest rustige is van Frankrijk.
Het enige dat me van zijn verhaal wel is bijgebleven is, dat zijn arm tien jaar geleden van zijn romp was gescheurd en er door de arts in Dijon weer aangenaaid is of heb ik hem verkeerd begrepen en zijn woorden verkeerd vertaald? De volgende keer zal ik hem er, in mijn beste Frans, nog eens naar vragen.

Ontdekking in het kasteel

Uitstapje
Ontdekking in het kasteel

Mijn oog valt er gewoon op.
Zodra ik Le Journal du Centre opensla, de krant voor het nieuws van Centraal Frankrijk.
Een groepsreis voor gepensioneerden naar een kasteel.
Zo’n berichtje zou ook in een Nederlandse krant niet misstaan.
De gepensioneerden van mijn oud-werkgever bijvoorbeeld, gingen ieder jaar een dag op uitstapje.
Eerlijk gezegd geen idee waarheen.
Maar ze kregen wel een snoepzak mee voor in de bus, dat heb ik dan wel onthouden.

Hier gaat de groepsreis dit jaar naar le château Savigny-lès-Beaune en zijn negen thema musea.
Ik ben nog jong, maar officieel wel gepensioneerd.
En ik woon sinds een aantal maanden in het midden van dit land.
Dus ik zou me kunnen opgeven.
Voor een groepsreis met een lunch die de smaakpapillen streelt.

Maar wat ik eigenlijk stiekem veel leuker vind,
is een groepsreis voor gepensioneerden naar het Noorderliefde Festival of het Festival du Paradis.
Daar waar je tien uur lang uit je dak gaat met DJ Pilule.
Gesponsord door de GHB producent, Grand Halluciner Bricoler.
Ik denk dat ik nog lang moet wachten op zo’n uitnodiging.
En dat wij gepensioneerden ons nog jaren tevreden moeten stellen,
met een busreisje naar een kasteel met negen musea en een maaltijd.

Of zal ik toch eens contact opnemen met mevrouw Perrot en mijn ruige voorstel op tafel leggen?
Want er moet toch ooit een generatie ouderen komen die nog steeds alle festivals aflopen.
En hun middagmaal nuttigen bij een foodtruck.

 

En nu is het genoeg

Lac de Panneciere
Lac de Pannecière – Stuwmeer in de Morvan – Frankrijk

Er wordt niet meer gelekt.
Ik heb het over ons stuwmeer.
Sinds een half jaar woon ik vlakbij Lac de Pannecière in Frankrijk.
Een schitterend stuwmeer dat in de jaren 50 van de vorige eeuw is aangelegd voor elektriciteit en drinkwater.
En als we water overhebben, schenken we dat aan de stad Parijs.

Eigenlijk wilde ik het hebben over het lekken van informatie bij onze regering en dan bedoel ik de regering van Nederland. Daar lekt de informatie alsof de stuw van Pannecière vol is opengezet.
Eerlijk gezegd is me dat de laatste jaren behoorlijk gaan irriteren en ik krijg er geen vinger achter wie hier garen mee spint. Wie wint er door die informatie eerder te verspreiden: de media, de ministers, de woordvoerders?
Ik kan er over speculeren, maar ik sluit liever niet aan bij de rij malloten die meningen spuien op het internet.

Nee, dit stukje gaat over Lac de Pannecière, dat eens in de tien of elf jaar wordt geleegd.
De sluis in de stuwdam wordt dan opengezet, zodat er de mogelijkheid is om reparaties aan de stuw uit te voeren en de bodem van het meer schoon te maken.
Want uiteindelijk is dit het water waar we met zijn allen van moeten drinken en willen we ook achter de stuw veilig kunnen wonen.

Op dit moment is er genoeg water uit het meer naar Parijs gestroomd, de grond is schoongemaakt en de stuw heeft een opknapper gekregen.
Er wordt geen water meer gelekt en het meer mag weer volstromen.

En nu is het genoeg
Er wordt niet meer gelekt.

En dat valt me ook op bij onze demissionaire regering.
Er wordt hoegenaamd geen informatie meer gelekt over het samenstellen van een nieuwe regering, waar ze al meer dan 250 dagen over doen.
Blijkbaar is hier de informatiesluis dichtgezet.
Misschien een teken dat een nieuw kabinet volstroomt, met plannen en uitvoering.
Met mensen die verantwoordelijk zijn voor zorg, handhaving, onderwijs, industrie, landbouw, wonen.

En Nederland wordt weer geleid.

Levend leven

Kop in het bos
Een kop in het bos

Levend leven

Leef zoals je altijd hebt gedaan,
zie wat er gebeurt en pas je aan.
Aanpassen aan omstandigheden zonder dat je afhaakt,
is wat leven zo levend maakt.
Ik laat me niet gek maken door al het gezeur en gemauw,
ik leef volgens de regels
voor mij en voor jou

High five

Pleintje

Ze spelen al weken met elkaar. De jongen met de lange benen en die met de korte. Iedere middag zoeken ze elkaar op, op het pleintje voor ons huis. Het is zo’n pleintje, dat normaal gesproken vol met spelende kinderen is, maar nu even niet. Een pleintje met een betonnen tafeltennistafel en een paal met bord en basket.

‘Oké, jij begint en ik win,’ roept de lange benen jongen.

Veel gepingpongd wordt er niet op de tafel, er worden eerder hutten onder gebouwd of het wordt gebruikt om op te staan en te wennen aan het later groot zijn.

‘Kom maar op, probeer het maar,’ zegt de kleine.

Nu moet je weten dat de basketpaal met de basket gewoon op grote mensen wedstrijdhoogte hangt, voor de meeste kinderen hier in de buurt een onmogelijkheid om überhaupt het bord te raken met een bal.

De kleine dribbelt met de bal, laag bij de grond. Lastig voor de lange om de bal aan te raken. Als hij door zijn knieën gaat, is de kleine watervlug langs hem gesneld. Een harde knal, gekletter en een luide schreeuw is het gevolg.

‘Yes, punt voor mij.’

Omdat de basket te hoog hangt hebben de jongens een houten plank gemaakt met daarop een zwarte cirkel en een rode punt in het midden. Deze plank staat tegen de paal en maakt bij elk punt dat gescoord wordt, een draai en klettert tegen de trottoirtegels.

De twee geven elkaar een high five, zonder elkaar aan te raken. Zo van de afstand waarop ik er naar kijk kan het goed anderhalve meter zijn. Een beweging in de lucht, zonder aanraking. Tja, de corona-crisistijd, ze hebben het goed in hun oren geknoopt.

De lange neemt nu de bal uit en houdt de kleine met een gestrekte arm van zich af. Je kan echt zien dat het hun sport is, ze zijn bedreven.

Regelmatig is de harde knal, het gekletter en het gejuich te horen als de plank geraakt wordt. En als ik vanuit mijn quarantaine ruimte uit het raam kijk, zie ik ze elkaar een high – en soms een low five geven. In de lucht.

Aan het eind van de middag lopen ze naast elkaar het pleintje af, met de armen om elkaars schouders. Zoals vrienden lopen.

Amper vier minuten

Treinstation Vught

Het is tijdens een treinrit, kort voor het Coronavirus Nederland in beslag neemt. Een rit van amper vier minuten. Het zou sneller kunnen, maar een flauwe bocht zorgt ervoor dat we niet in een rechte lijn reizen. Ik ben nog net op tijd voor de sprinter van Den Bosch naar Vught en zoek een leeg plekje, voor de deuren piepen en sluiten.

Dat hebben we samen ook een keer gehad mam, weet je nog. Ik had mijn eindexamen gedaan en als beloning nam je me mee naar Amsterdam. Jij was zoveel jonger. En net als nu haalden we de trein op het laatste nippertje.

Ik ben verbaasd over hoeveel mensen er in de coupé zitten. Het zijn vooral studenten. Toch vind ik nog een plekje schuin tegenover een meisje met oortjes in haar oren. Haar mond is net zo recht als het potlood dat ze in haar hand heeft en haar wenkbrauwen zijn smal. Af en toe prikt ze met de achterkant van het schrijfstokje in haar wang, zodat er aan beide zijde van haar gezicht kuiltjes ontstaan. Als ze niet in haar wang drukt, maakt ze aantekeningen en wordt haar huid weer strak. Blijkbaar moet er veel gedacht worden voor er iets geschreven wordt en verschijnen de kuiltjes regelmatig.

Waarom ik uitgerekend nu aan jou en papa moet denken weet ik niet. Misschien is het door dit ijverige meisje? Want hoe vaak hebben jullie me niet verteld, dat ik een diploma moest halen en werk moest zoeken. Om zo alle dingen te bereiken voor een fijn leven.

Achter het meisje zitten twee jongens. Ze spreken tamelijk hard, maar de oortjes doen hun werk goed en ze luistert en schrijft aandachtig zonder zich om de wereld en de jongens te bekommeren. Ik buig me licht voorover. Ik zie notenbalken op het papier. Haar potlood raakt iedere noot afzonderlijk aan, alsof ze geteld moeten worden. ‘A letter from Charlie Bucket (musical)’, lees ik. IJverige, eerlijke Charlie ook wel Sjakie genaamd, van die chocoladefabriek.

Misschien komt het door het overlijden van papa, nu drie maanden geleden. Mijn ijverige papa die altijd bezig was, die aan een klus begon en niet stopte voor het af was. Als we even tijd maakten voor een koffiepauze, stond hij alweer naast zijn stoel voor ik mijn mok halfleeg had.

Het duurt maar vier minuten, de rit met de trein van Den Bosch naar Vught. Amper vier minuten waarin ik besef, dat ik papa enorm mis. De deuren piepen als waarschuwing voor ze open draaien.

Ik wrijf langs mijn ogen en knik voor ik opsta.
Ze glimlacht even. Er ontstaan ook kuiltjes zonder het potlood.

Schatten van kinderuitspraken (3)

Fornuis

Een drieluik met uitspraken van kinderen. Van horen zeggen, twitter en andere media.

‘En weet jij al wat je later wilt worden?’
Mijn zoontje (7 jr) moet even nadenken.
‘Kok’, roep hij.
‘Kok?’ Maar je helpt nooit in de keuken?’
‘Ja, maar koks gaan nooit dood.’

Een twitterouder in het zwembad:
Mijn zoon moet plassen, de toiletten in het zwembad zijn net schoongemaakt.
Hij: “Wat ruikt het hier gek!”
Ik: “Lekker, het is schoongemaakt.”
Hij: “Ik vind het gek. En vies.”
Is hij ook niet gewend, natuurlijk.

Twitterraar met energiek kind:
Onze dochter van twee (!) zei vanmiddag: ‘We gaan zo spelen, daarom moet ik wat eten. Want ik heb energie nodig.’
Oh, boy, dat meisje gaat me later slopen.

Een twittervader met een meedenkende dochter:
“Papa, het is wel fijn voor jou dat ik een meisje ben”
– hoezo dat?
“Anders had je vandaag een kinderfeestje met 8 jongens gehad en die zijn veel drukker”

Een vriendin over haar dochter:
Moeder tegen haar 10 jarige dochter.
‘Luister je goed naar de oppas en ga je op tijd naar bed?’
Dochter: ‘Mama, ik ben volwassen genoeg om dat zelf te bepalen.’

Wat nu als je echt niet dood gaat als je kok bent. Harry Jeckers en het klein orkest schreven er een liedje over.

Leuk is raar – Klein orkest
(Muzikum.eu)

Vuur is koud en kleddernat
de zee is lekker droog,
de ballon die stijgt omlaag
en de baksteen valt omhoog.
De lucht is lekker groen
en het gras toevallig blauw,
de kat die blaft de hele dag
en de hond die zegt: Miauw.

Raar is leuk, gewoon dat is zo saai,
keer het om, geef de boel een draai.
Raar is leuk, gewoon dat is zo saai,
aap niet na, je bent geen papegaai.

De zon is lekker vierkant,
de ruit toevallig rond,
met koorts dan ben je beter
en ziek zijn is gezond.
Links is lekker rechts
en hier toevallig daar.
Ik word morgen tachtig
en mijn oma zeven jaar.

Raar is leuk, gewoon dat is zo saai.
Keer het om, geef de boel een draai.
Raar is leuk, gewoon dat is zo saai.
Aap niet na, je bent geen papagaai.

Wie steelt, krijgt een beloning,
Wie weggeeft is een dief.
Voor braafzijn krijg je strafwerk
En klieren dat is lief.
Achmed komt uit Holland
En Johan is een Turk.
Mijn moeder is een kerel
En mijn vader draagt een jurk.

Raar is leuk, gewoon dat is zo saai.
Keer het om, geef de boel een draai.
Raar is leuk, gewoon dat is zo saai.
Aap niet na, je bent geen papagaai.
Je bent geen papagaai,

Je bent geen papa… gaai!

Herdenkend denken – 4 en 5 mei 2019

Kamp Vught

Denken

Mijn hoofd stopt maar niet met denken
Gedachten vliegen in het rond
Angst voor wat komen gaat
Spanning voor wat ik allemaal wil
Verdriet om wat geweest is
Dingen die ik niet heb gedaan
Of anders had willen doen

Drie seconden inademen, vier seconden uitademen
Ik geef mijn hersenen een opdracht: tel de ademcyclus
Ik laat ze vanaf nu niet meer zelf denken
En met elke cyclus wordt het rustiger
In mijn hoofd, in mijn lichaam

Herdenken

Er is zoveel te denken
Tijdens het herdenken
Over verhalen van ouders en grootouders
Over oorlog, over vluchten en overleven

Vanaf het treinstation in Vught werden
14.000 meest Joodse mannen en vrouwen met
1800 kinderen weggevoerd naar vernietigingskampen
Op de Vughtse heide is de fusilladeplaats
Waar 329 mannen, verzetsmensen zijn
Geëxecuteerd, vermoord
In Konzentrationslager Herzogenbusch aan de IJzeren man in Vught
Bevond zich een vrouwenkamp
74 Vrouwelijke gevangenen werden opgesloten in cel 115
Een cel met een oppervlakte van negen vierkante meter
Die nacht stierven 10 van hen

Mijn hoofd stopt niet met denken
Gedachten vliegen in het rond
Drie seconden inademen, vier seconden uitademen

Herdenkend denken

Niets is zeker in het leven
Daar ligt de uitdaging
Hoe ga je ermee om

Op 4 mei heerst er kalmte
Herdenk ik, kijk ik terug
Op verhalen van toen

Op 5 mei vier ik feest
Adem ik mijn gedachten
Over veiligheid, liefde en verbinding
In en uit
Voor jou en mij

 

Schatten van kinderuitspraken (2)

Zalmgelei

Een drieluik met uitspraken van kinderen. Van horen zeggen, twitter en andere media.

Met ons twintigjarig huwelijksfeest (2005) gaan we een paar dagen met de kinderen naar Eurodisney en plakken er nog wat dagen Parijs aan vast. 
Onderweg in de Thalys vraag ik nog maar eens: ‘En weten jullie waar we heen gaan?’
Dochter (10 jr): ‘We gaan eerst naar EuroDisney en dan naar een dorpje daar in de buurt.’
Juist ja.

Een Friese twittervader:
Dochter (3jr): “Zal ik koffie zetten voor memmie?”
Ik: “Dat is lief, maar mem is vanavond pas thuis en dan is de koffie koud geworden.”
Dochter (geïrriteerd): “Dat weet ik ook wel. Daarom zet ik de koffie op de verwarming.”

Een geniaal kind op twitter:
“Schildpadden worden heel oud. Bijna zo oud als de hele wereld. Ze kunnen bijna niet doodgaan. Alleen als ze in de lava vallen.”

Een zingende moeder op Instagram:
Een paar maanden geleden in de Ikea met mijn zoontje van 3 in het zitje voorin in de winkelwagen, probeer ik tegen beter weten in een veel te grote Kallax kast van 30 kg in de wagen te kiepen. Mijn zoontje kijkt dit even aan en vraagt dan: ‘Moet ik even helpen? Mama, zal ik je even helpen?’

Nog een twittergesprekje:
Dochter wil een bepaald schaaltje, die in de vaatwasser staat en nog vies is. 
Dus ik zeg haar, dan moet je die even afwassen.
De paniek mensen! 
👱‍♀️ “Wat is afwasmiddel? Moet ik warm water gebruiken? Hoeveel sop? En dan afspoelen?”

Op basis van dit laatste twittergesprekje heb ik het volgende absurde verhaal geschreven. Absurde verhalen: het ene verhaal is nog vreemder dan de andere, maar op de een of andere manier kun je het je toch voorstellen.

Soldaatjes
(Foppe Weijer 2018)

Annelore zeurt al drie dagen om het kattenvoerschoteltje, dat nog steeds vies in de vaatwasser staat. Poes is nu,op de dag af, een half jaar dood, terwijl Annelore al vijf jaar en vier dagen leeft. En precies vandaag mag ze het schaaltje uit de machine halen. In het midden van schoteltje ligt een zachte klodder zalmgelei met een harde aangekoekte donkere rand eromheen. Annelore schraapt met haar vingertjes de restjes van het vastgekoekte kattenvoer van de schotel en likt ze een voor een af. Tot ze de vinger tegenkomt met de zalmrose pleister. Oja, dat is waar ook, denkt ze, daaronder strijden kleine zwarte soldaatjes tegen vleesetende wuppies die langzaam haar vingertje vernietigen, had papa gezegd. Ze pulkt de pleister van haar vinger en doopt het halfvergane topje in de klodder zalmgelei. Ook soldaatjes moeten eten.

Schatten van kinderuitspraken (1)

Rode brievenbus
Wim Bijmoer

Een drieluik met uitspraken van kinderen. Van horen zeggen en twitter.

Mijn kinderen mochten vroeger regelmatig een weekendje logeren bij hun opa’s en oma’s. Zo mocht mijn dochter Vera (4 jaar) een keer alleen logeren. Natuurlijk draaide bij opa en oma het gewone huishouden gewoon door. Oma stofte de vensterbank af en Vera hielp driftig mee. In al haar jonge geestdrift stootte ze tegen een vaas, die daardoor op het punt stond over Vera heen te vallen. Oma pakte in een flits de kleine Vera in haar kraag, zodat zij de vaas niet op haar tenen kreeg en hield met de andere hand de vaas tegen.
Vera: ‘Nou Oma, dat heb jij goed opgelost.’

Nog meer uitspraken vanuit diverse media:

Een blije twittermoeder:
De peuter glijdt uit over de deurmat.
Gaat het goed Guus?
‘Nee ik ben dood.’
Gelukkig doet z’n humor het nog.

Een twittervader met volwassen kind:
“Papa, ik heb me gewassen en aangekleed en mijn brood voor school gesmeerd en brood voor nu in het broodrooster gedaan. EN IK BEN NOG MAAR EEN KIND”

Nog een twittermoeder:
‘Jongens, is papa al wakker?’
Jongen(3): ‘Ja, ik hoorde hem al zijn baard schillen!’

Een druk werkende twittermoeder:
De kleuter en haar BFF zitten samen te kleuren en ik werk nog even wat. Dan valt er een stift.
“Mama, kun jij die pakken? Wij zijn druk.”
“Ik ook, ik werk.”
“Ja, maar dat is niet druk. Wij hebben het écht druk.”

Een bezorgde twittermoeder:
We kijken ET. Ik houd mijn hart vast.
ET gaat dood.
Ik: 😭 😭 😭 (traan, traan, traan)
Dochter (8): “Mama… Het is maar een film…”
ET gaat naar huis.
Ik: 😭 😭 😭 (traan, traan, traan)
Dochter (8): “Wat een goede acteurs, zeg!”
Mijn dochter wordt een seriemoordenaar.

Als afsluiting een gedichtje van Annie M.G. Schmidt. Een gedicht dat op muziek is gezet door VOF de Kunst. Vera koos bij oma ‘s avonds steevast voor het liedje van de Rode brievenbus en sliep al voor het liedje uit was.

De brievenbus wou niet meer
(Annie M.G. Schmidt – 1992)
Illustratie: Wim Bijmoer

Er was er ’s een brievenbus, die op een pleintje stond,
een mooie roje brievenbus; hij had een open mond,
daar gingen alle brieven in, de hele dag maar door
en nu en dan kwam er een man van ’t grote postkantoor,
die haalde dan de brieven uit die brievenbus z’n buik,
en deed ze in een grote zak. O, jongens ’t ging zo puik.

Maar gisteren zei die brievenbus: Nou wil ik het niet meer,
ik heb er schoon genoeg van, leg de brieven daar maar neer.
Hij deed z’n mond dicht met een klap en deed ‘m niet meer open
en alle mensen kwamen daar met brieven aangelopen,
ze riepen: Kijk, de bus is dicht, hoe komt dat nou, zeg hee!
Hee, doe je mond ‘ns open! Maar de brievenbus zei: Nee.

Toen kwam de directeur, de directeur van ’t postkantoor,
die kwam al met een hamer en een beitel en een boor,
maar wat hij ook probeerde, het hielp allemaal geen steek,
de brievenbus bleef dicht en werd alleen een beetje bleek.

Maar toen kwam kleine Petertje en zei: O, asjeblief,
doe nou je mond eens open, want ik heb zo’n mooie brief!
En als je ’t niet voor mij doet, doe het dan voor deze dame!

En toen begon de brievenbus zich vreselijk te schamen.
Hij werd nog roder dan tevoor, en riep: Pardon, pardon…
hij deed zijn mond wijd open, zeg, zo wijd als hij maar kon.
De mensen dansten om hem heen, en al die mensen zeien:
Jij bent de beste brievenbus van heel de posterijen.