Neem jij ook elke dag vakantie?

Beekje

Dat is wel een heel vreemde vraag. Door de weeks moet ik werken, de administratie en de boodschappen doen. Ik wil lezen, zingen, tekenen en sporten. Ik wil samen met mijn echtgenoot wandelen, uit eten, fietsen, uitgaan. En de dag heeft maar 24 uur. Ik kom nu al tijd te kort. Dus kom nu niet aan met elke dag vakantie nemen!

En toch vraag ik je, neem jij wel elke dag vakantie? Al is het maar vijf minuten. Gewoon even op zoek naar het vakantiegevoel. Weet je nog welk gevoel dat is? Misschien is dat het moment dat je even in de zon zit met een warme kop koffie. Of dat je niet de normale weg naar je werk fiets maar net even door een andere wijk. Of dat je langs de bakker rijdt en jezelf verwent met een eierkoek. Of dat je met een stralende lach tegen iedereen die je tegen komt zegt: ‘goedemorgen’.
Juist van die momenten waarop je van je gewoonte afwijkt krijg je levenslange energie. 

De dagen dat ik naar mijn werk fiets, neem ik een route door het Bossche Broek, een natuurgebied bij ‘s-Hertogenbosch. En al een aantal keren heb ik daar een vos zien lopen. Vandaag ben ik even gestopt en heb ik de tijd genomen om naar hem te kijken. Gewoon kijken, meer niet.
Trouwens het stroompje van de foto is ook een natuurmoment uit hetzelfde gebied. Ik ben er al vaak langsgelopen, maar nu ineens valt dit stromende beekje me op.

Wat doe jij om elke dag 5 minuten vakantie te nemen?

Wat kan je leren van een ei?

Gepocheerd ei

Soms lijken dingen moeilijker dan ze in werkelijkheid zijn. Heb je wel eens een ei gepocheerd? De eerste keren vielen mijn eieren in allerlei vlokken uiteen in het kokende water. Daarna ben ik op zoek gegaan naar een goede beschrijving van het recept. Vooruit nogmaals aan de slag. Gewoon doen. Tot het euforische moment van een schitterend wit ei op mijn ontbijtbord.

Ik moest eraan denken toen ik de film Julie & Julia zat te kijken. (Kookboek: Mastering the Art of French Cooking.) 
Eigenlijk komt alles op hetzelfde neer. Heb je een idee en wil je het idee uitvoeren? Doe het dan gewoon. Leer van de handeling, zie en voel wat er goed gaat, doe het op verschillende manieren. Uiteindelijk kom je op die manier het dichtst bij jezelf.

Het jaar 2015 is aangebroken en door mijn hoofd spelen allerlei nieuwe, sprankelende ideeën. Vandaag heb ik ze op een rijtje gezet en heel veel gedachten doorgestreept. Ik houd er drie over en daar ga ik het komende jaar mee werken. Niets zal me ervan afhouden, niemand brengt me van mijn stuk!

Tja, en wie weet word ik morgen wakker en ben ik toch mijn focus kwijt? Op die momenten is het goed te weten dat er geweldige motivatoren bestaan. Sochicken is er één van. Jelle neemt je mee met zijn eierdoostheorie naar een leven zonder uitstelgedrag, gefocust op minder. Je verricht minder werk, met meer resultaat.

Download gratis: http://www.fweijer.nl/Documents/soChickenEierdoostheorie.pdf

@sochicken #blog #verhalen 

Als er 1 Fries

Schaatsen

… op het ijs is, volgen er meer.

Een paar dagen geleden werd het ons verteld. Nog voor heel Nederland het mocht weten. “It giet oan.” 
“Ja, schenk de glaasjes maar vol,” zei ik weifelend. We waren uit alle hoeken van Friesland naar Ljouwert gekomen. 
“Zullen we niet eerst met een kop koffie beginnen?” zei Foppe nog, maar dat was praten tegen dovemansoren. De fles oud Friesche Beerenburger stond in het midden van de ronde tafel en Henk, Sven, Foppe en ik zaten eromheen.

“Het was ook wel een heel koude week,” zei Sven, “de eerste nachtvorst was vroeg dit jaar.”
Sven had de wereldbeker schaatsen in Japan overgeslagen en was in Heerenveen gebleven. Als zijn linkerteen begon te jeuken, dan wist Sven dat hij in de buurt moest blijven.

Bij het binnenrijden van Leeuwarden zag ik Us Mem met een sjaal om. 
“De gekte zal weer toeslaan. Dit jaar mogen we allemaal meedoen. Niks geen loting, maar met zijn allen beuken op het ijs.”
Ik zag de spanning op het gezicht van Foppe. Hier hadden we al die tijd naar toe geleefd. Foppe had jaren geleden al een besluit genomen om Kaapstad te verruilen voor het Friese platteland. Terug naar zijn roots.

“Jullie kunnen blijven slapen in onze verbouwde boerderij,” zei Henk. Tot 2007 was hij onze voorzitter. In 1997 had hij de eer om de laatst binnenkomende schaatser af te stempelen. Toen dit een zwartrijder bleek te zijn, sprak hij de onvergetelijke woorden: ‘Oh, dan bent u de laatste officiële zwartrijder.’ 

Slapen was de eerste uren nog niet aan de orde. Ik moest ook bekennen dat ik het niet zo slim vond van ons om alcohol te nuttigen. We moesten nog rijden, de Alvestêdetocht, een kleine 200 km. Maar ik had eens gelezen dat je warme voeten kreeg van Beerenburg en die voeten van mij waren op dit moment ijs, maar dan ook ijskoud.

Die avond zaten we tot laat in het centrum van Liwwadden te wachten tot de start in de Frieslandhal. Rond 6 uur moet het geweest zijn, dat we met zijn vieren vlak bij elkaar stonden, straks zou het startschot klinken. Sven legde zijn warme hand op mijn schouder en schudde me even flink door elkaar. Daar knalde het schot, we duwden en vochten ons een weg naar buiten.

‘Hé, wordt eens wakker jongen. Wakker worden!’
Mijn vrouw schudde aan mijn schouders.
‘Wat ben je toch aan het doen? Je schopt me met je ijskoude voeten. Waar droom je toch over? Er is niets aan de hand, rustig maar.’
Ik keek wazig de donkere slaapkamer in en voelde dat mijn neus boven het dekbed had geslapen.
De eerste nachtvorst was over Nederland getrokken. Ik kon bijna niet wachten op het ijs.

Een Fries begint pas te ontdooien als het gaat vriezen en hoe zit het met jou?

Oorzaak ADHD ontdekt?

Knoopcelbatterij

“Kinderartsen waarschuwen voor gevaar knoopcelbatterij” staat er deze week met grote letters op nu.nl. In het artikel wordt gemeld dat kinderartsen steeds vaker kinderen te zien krijgen die dit soort batterijen inslikken en door de chemicaliën uit die kleine accu’s beschadigingen krijgen aan de slokdarm. 

Ik weet dat die batterijen nog véél meer beschadigen. Ik ben geen wetenschapper. Ik ben een kundige, ja zelfs een ervaringsdeskundige. Mijn buddy, Jochem, heeft me aangeraden om het onderwerp breder in de maatschappij te zetten. ‘Dat is goed voor jouw afkickproces,’ zegt hij en ‘je wordt er echt nog rustiger van.’ Jochem kan het weten, meneer Myjer is de rust ‘himself’.

Om het uit te leggen moet ik je meenemen naar mijn jeugdperiode. Daar is het al misgegaan. Ik zie mijn vader nog in de avond, want overdag werd er in die tijd gewerkt, zijn nieuwste horloge van zijn pols nemen. Met een kleine schroevendraaier en een ingespannen gezicht werd de deksel verwijderd en een heel klein plat batterijtje uit zijn houder gewipt. Gewipt zeg ik, want op hetzelfde moment was het kleine accuutje met een grote boog de kamer ingeschoten. Ik heb het nooit aan mijn ouders vertelt, maar zo’n kleine glimmende knoopcelbatterij stopte ik in die tijd graag in mijn mond. De dagen zijn daarna nooit meer geworden zoals vroeger. Ik stuiterde van de dageraad tot de avondstond. Steeds alert op rondslingerende knoopcellen.
Naar mate ik ouder werd, werd het steeds makkelijker om ’te scoren’. Bouwmarkten verkochten de verschillende soorten kleine batterijen met kwantum korting.
Vol bewondering en volkomen gebiologeerd keek ik dagenlang naar televisie commercials over konijntjes die heel irritant steeds maar op trommels bleven slaan, terwijl hun vriendjes al lang geen energie meer hadden.

Achteraf, alle feiten op een rijtje zettend, begrijp ik waarom ik zo druk was. 
Sinds een paar jaar ben ik afgekickt, met dank aan Jochem. Ik slik de accu’s niet meer. 
Mocht je symptomen herkennen en wil je erover praten? De organisatie VeiligheidNL zal in de toekomst ouders en kinderen begeleiden bij deze inname problematiek. Daarnaast is er nog ruimte in mijn zelfhulpgroep.

Ouderwetse zaterdagochtend

Dropjes

Wat is het heerlijk om op zaterdagochtend de hardloopschoenen aan te trekken en even een rondje te maken. Ik zeg bewust een rondje, want je zal me niet snel betrappen op een zelfde weg terug lopen.
Nagenietend zit ik aan de achterkamertafel. De zon heeft een plekje gevonden waardoor hij de kamer in kan kijken en ik niet naar buiten. Om mijn suikergehalte weer aan te vullen heb ik naast mijn kopje koffie een paar chemisch gekleurde autodropjes klaar liggen. Al bladerend in de Volkskrant nip ik van de koffie en steek onbewust de ene na de andere auto in mijn mond.

Ineens worden mijn gedachten meegetrokken naar mijn jeugd. Ik zal een jaar of 8 geweest zijn. Het was zaterdagochtend. De ochtend waarop ik van mama mijn zakgeld kreeg, een hele gulden. Het zilverkleurige muntstuk brandde in mijn hand en mijn moeder wist al wat er ging gebeuren. Honderd centen in de vorm van één munt zouden veranderen in suiker van de IFA. De rondgang in de buurtwinkel was voor die tijd al erg modern namelijk tegen de klok in. De manier om mensen te verleiden tot vele aankopen. Ik was niet te verleiden door alle producten. Ik had een doel en daar stevende ik recht op af, de laatste gang voor de kassa. Een schap met zoveel losse snoepjes dat ik daar uren voor heb stilgestaan. Die gulden kon ik maar één keer uitgeven. 
In een papieren zakje gingen rose, gele spekjes, dezelfde gekleurde suikerblokken, Belga kauwgom, voetbalplaatjes met een platte kauwgom en muisjes. 

Ik denk dat ik ze toen mee naar huis heb genomen en daar aan een zonnige achterkamertafel allemaal rustig heb zitten opeten.
Het moet één van de gekleurde autodropjes geweest zijn die me hieraan heeft herinnerd. Als ik iets meer mindful was geweest had ik kunnen vertellen welk snoepje het was, maar eerlijk gezegd bevalt me de gedachte zo ook wel.

Beeldscherm slaaptekort

Slaaptekort

In de Volkskrant van zaterdag 29 november staat op de voorpagina ‘We slapen te weinig.’
Dat vind ik toevallig. Afgelopen week was voor mij een experimentele zeven dagen zonder televisie.
We slapen steeds minder. Beeldschermen houden ons wakker, ‘ zegt het artikel.
Van de 7 nachten heb ik er afgelopen week drie kunnen doorslapen. Toch voel ik me uitgerust.

Daarnaast heb ik het gevoel dat ik de afgelopen week niets gemist heb.

Ik heb wel de voorpagina’s van de Volkskrant bijgehouden. En weet dan ook dat Frankrijk is ontsnapt aan een EU boete, dat Turkije voor bewindsman Asscher een geliefde vijand is, dat er een Fergusonnese volkswoede kan ontstaan als mensen vinden dat er geen eerlijk recht wordt gesproken, dat de universitaire promotiefabrieken, door onder andere onze Diederik, haar langste tijd hebben gehad en dat de Amerikaanse minister van defensie Chuck Hagel na twee jaar is afgetreden.

Ik denk dat ik ook wel zonder die informatie kan leven.

Zou een weekje zonder prikkels van alle beeldschermen het slaapvermogen nog verder gaan verbeteren? Even wachten tot de kerstvakantie, dan gaan laptop en mobiele devices uit. Heerlijk, ik kan niet wachten.

In de nachttrein

Nachttrein

De lange nachttrein staat al even te wachten op alle passagiers. Een gekrioel van mensen en koffers. Er wordt geroepen en omgeroepen.
Dit had een beeld kunnen oproepen van de Oriënt Expres, maar helaas het is koud, winderig en weinig instappende reizigers en de locomotief inclusief rijtuigen zien er niet sjiek uit.
Over het bijna lege perron loop ik met zekere tred naar de slaapwagon die me naar Zwitserland zal brengen. Aangekomen bij de laatste wagon, blijkt dat ik in de eerste moet zitten. De conditie is er weer en met een ferme spurt haal ik de voorste coupé voor de trein zich in beweging zet.

Ik voel de snelheid van de trein door mijn lichaam stromen. Ik zit stil en toch is mijn lichaam in beweging. 

Het is een beweging die ik herken van de auto ritten naar Leeuwarden of Emmen terug naar het platteland van Brabant. Het is avond. Mijn vader zit achter het stuur van de auto. De koplampen zetten de provinciale wegen in vlam en naast me zie ik donkere weilanden. Het is alsof iemand in de verte een lichtje aan en kort daarop weer uit doet.
‘Papa, wat zijn dat voor lichtjes?’
‘Dat is Kampen.’
‘Wat is Kampen, papa?’
Ik zit rustig achterin en laat de vaart van de auto op mijn lichaam inwerken. Mijn ogen willen niet meer open. Gewoon donker en slapen op het ritme van de motor.

Het is avond en de trein rijdt. Nog een dikke 11 uur voor we er zijn. Als ik naar buiten kijk zie ik in het donker weilanden en overal lichten van fabrieken, stations, auto’s, huizen. We rijden over een verlichte aardbol. 
En ik denk: ‘Waar zouden we nu zijn?’
Mijn ogen sluiten zich. Gewoon donker en slapen op het wiegen van de trein.

Verbondenheid en strijd

Papaver

Ik zit te drinken en te praten
geheel zorgeloos
Mijn stem heeft me losgelaten
En ik ben zo mach, machte, machteloos

Je bent vermoeid na een kleine inspanning
Geheel ademloos
Je lichaam staat onder spanning
En je bent zo mach, machte, machteloos

Misschien klinkt het gek en begrijp je wat ik bedoel
Het voelt echt als een verbondenheid en een streven
Ieder met zijn eigen strijd en met maar één doel
Dat is ge, gezon, gezond weer verder leven!!!

Een fabelachtig sprookje

Bosbeekje

Er was eens ……. en ze leefden nog lang en gelukkig. En zo zal het altijd blijven. Een zedenles voor iedereen die het wil horen. En wee diegene die het moraal van het verhaal niet ter harte neemt. 
Veel lees plezier!

In een bos hier niet ver vandaan woont een meisje met haar vader en moeder. Het meisje heet Esmeralda. Haar vader is houthakker in het bos. Elke dag gaat hij fluitend naar zijn werk.
Op een dag heeft hij zijn brood vergeten mee te nemen.
“Esmaralda wil jij deze boterhammen naar je vader brengen?”
“Natuurlijk mama”, zegt Esmeralda.
Heerlijk, denkt ze. Even lekker een eindje door het bos lopen en dan bij papa kijken hoe hij het hout hakt. Dat is altijd lachen. Hij hakt namelijk zo snel en hard dat de stukken hout om zijn oren vliegen.
“Mama,” vraagt Esmeralda, “is het goed dat Boris ook met me mee gaat?”
Boris is de hond van Esmeralda en die staat al te springen bij de deur.
“Dat is goed,” lacht mama. “Met Boris bij je, kan je vast niet verdwalen.”
 
Esmeralda kent het bos op haar duimpje en met Boris erbij is het nog leuker.
“Whaf, zullen we langs het beekje lopen?”
“Oké, maar ik heb wel mijn goede kleren aan, die mogen echt niet vies worden,” zegt Esmeralda.
Als ze nog maar een klein stukje weg zijn, horen ze Karel de Kraai.
“O nee,” zegt Esmeralda, “daar komt die lastpost weer aan”.
“Krraa,” zegt Karel de kraai. “Ik ben geen lastpost, ik kom je vandaag alleen maar helpen. Wat heb je daar bij je?”
“Brood voor papa en voor niemand anders,” zegt Esmeralda.
Ze kent Karel wel een beetje, die heeft altijd honger.
“Krrood, mmm lekker”.
“Nee, brood zei ik”.
“Juist, krrood,” krast Karel de kraai.
 
“Krraa, misschien kan je me even helpen? Mijn nestje is uit de boom gevallen en ligt in het water van de beek. Kan jij dat met een tak even uit het water halen en weer in de boom leggen, krraa?”
Esmeralda is een meisje dat altijd anderen helpt.
“Natuurlijk zal ik je helpen,” zegt ze.
Ze doet haar mooie jasje uit, legt de boterhammen op de jas en vraagt of Boris even een grote tak wil zoeken. Dat wil Boris wel. Hij vindt de grootste tak die hij kan vinden.
Heel voorzichtig loopt Esmeralda naar de waterkant. Het is een beetje glad en modderig. Ze mag haar kleren niet vies maken had mama gezegd. Ze doet nog een klein stapje. Haar schoen raakt het water net niet. Nu buigt ze zich voorover. Met de tak in haar handen probeert ze het nestje te raken. Ze moet nog iets verder buigen. Ze ziet niet dat haar schoen een klein beetje uitglijdt en in het water terecht komt. Ze voelt en ziet niets. Ze ziet alleen maar het nestje en de punt van haar tak. Met haar tong een klein beetje uit haar mond, kan ze het nestje net raken. Het lukt, het lukt en ze trekt het nestje naar zich toe.
 
“Het is gelukt,” roept ze.
“Kraa, krrood lekker,” kraait Karel.
Esmeralda ziet dat de kraai het zakje met boterhammen voor papa in zijn snavel heeft.
O nee, denkt ze. Ze ziet nu ook haar vieze schoen. Zelfs haar sok is nat en zit vol met modder. Wat zal mama boos zijn. Papa’s boterhammen weg en haar kleren helemaal vies.
 
Net als Karel de Kraai wil wegvliegen met de boterhammen roept Esmeralda: “Kijk, daar is je moeder.” 
Karel de kraai kijkt om en op dat moment pakt Esmeralda de boterhammen van Karel af.
Boris blaft nog heel hard: “Afblijven vervelende vogel.” En Karel vliegt van schrik weg in een boom. Zonder de boterhammen.
In de boom zit Karel de Kraai zacht te krassen
“O, wat ben ik toch een dommerd, kraa. Nu heb ik geen nestje en geen krrood”.
 
Esmeralda en Boris lopen snel door naar papa. En als ze hem gevonden hebben, vertellen ze het hele verhaal.
Papa moet wel lachen om die gekke Karel de Kraai. Hij geeft Boris een stukje van zijn boterham. Esmeralda krijgt een hele boterham en papa zegt dat hij de natte voet van Esmeralda helemaal niet erg vindt.
 
 

Against all odds

Zwaan

Een vogel

Al even geleden kwam ik een vogel tegen in mijn leven
Een erg leergierig dier, op en top
Zal ze met de groep mee vliegen
Zoekt ze soms de vrijheid op

Bedreven vliegt ze, maakt de vreemdste capriolen
Kijkt weetgierig naar opzij
Verandert haar koers als het zo uitkomt
Durft te leven in woestenij

Uit het niets ziet ze een andere wereld
Een plek waar ze haar zien staan
hier kan ze al haar kunsten tonen
hier kan ze veranderen in een zwaan

De volgende dag al wil ze vliegen
De andere dag ziet ze zich al gaan
Toch zal er veel water nog gaan vloeien
Voor de grenzen opengaan

Het gaat nu echt gebeuren
De tijd van afscheid breekt al aan
De spanning van het nieuwe
De alledaagse dingen hebben afgedaan

Aan de kunsten zal het niet liggen
Die kent ze door en door
En de gedragingen van de vreemde vogels
Spelen nu al in haar door

Blijft het afscheid van de vrienden
Waar ze zo van houden kan
Onder haar veren in haar hart
Weet ze dat ze die niet missen kan

In de vrijheid ligt de kracht
Waardoor elke vogel vliegen kan
In de toekomst ligt ons samen
Die geen enkele kracht ons ontnemen kan