Ouderwetse zaterdagochtend

Dropjes

Wat is het heerlijk om op zaterdagochtend de hardloopschoenen aan te trekken en even een rondje te maken. Ik zeg bewust een rondje, want je zal me niet snel betrappen op een zelfde weg terug lopen.
Nagenietend zit ik aan de achterkamertafel. De zon heeft een plekje gevonden waardoor hij de kamer in kan kijken en ik niet naar buiten. Om mijn suikergehalte weer aan te vullen heb ik naast mijn kopje koffie een paar chemisch gekleurde autodropjes klaar liggen. Al bladerend in de Volkskrant nip ik van de koffie en steek onbewust de ene na de andere auto in mijn mond.

Ineens worden mijn gedachten meegetrokken naar mijn jeugd. Ik zal een jaar of 8 geweest zijn. Het was zaterdagochtend. De ochtend waarop ik van mama mijn zakgeld kreeg, een hele gulden. Het zilverkleurige muntstuk brandde in mijn hand en mijn moeder wist al wat er ging gebeuren. Honderd centen in de vorm van één munt zouden veranderen in suiker van de IFA. De rondgang in de buurtwinkel was voor die tijd al erg modern namelijk tegen de klok in. De manier om mensen te verleiden tot vele aankopen. Ik was niet te verleiden door alle producten. Ik had een doel en daar stevende ik recht op af, de laatste gang voor de kassa. Een schap met zoveel losse snoepjes dat ik daar uren voor heb stilgestaan. Die gulden kon ik maar één keer uitgeven. 
In een papieren zakje gingen rose, gele spekjes, dezelfde gekleurde suikerblokken, Belga kauwgom, voetbalplaatjes met een platte kauwgom en muisjes. 

Ik denk dat ik ze toen mee naar huis heb genomen en daar aan een zonnige achterkamertafel allemaal rustig heb zitten opeten.
Het moet één van de gekleurde autodropjes geweest zijn die me hieraan heeft herinnerd. Als ik iets meer mindful was geweest had ik kunnen vertellen welk snoepje het was, maar eerlijk gezegd bevalt me de gedachte zo ook wel.