Onmeunig mooi Oman

Woestijn

Overmand door emoties probeer ik het verhaal over Oman op papier te krijgen. Lastig om geuren en gevoelens te beschrijven zonder dat ik uit de sprookjesachtige sfeer word getrokken.

Om me heen ruik ik de geur van wild agarhout vermengt met jong geplukte vanille, die na maanden rijping in de parfum tot haar volle aroma is gekomen. Als de mannen in hun dishdasha (kandura) langs lopen ruik ik Safari van Abdul Samad Al Qurashi, mocht je me binnenkort tegenkomen dan ruik je het wel. Boven hun witte gewaden dragen ze hier een gekleurde kufi, een hoedje in plaats van een om het hoofd geslagen sjaal.

In de souk van het oude Muscat ruik ik juist de scherpe geur van gestold wondvocht van de wierookboom. Oude mannen met hun verweerde gezicht lopen langs op hun slippers en alle mensen hebben schitterend bruine ogen. Waar las ik ook al weer dat mensen met bruine ogen van nature een dominante uitstraling hebben? In de smalle steegjes van de souk, kijk ik slinks links en rechts van me naar de vele koopwaar die hier uitgestald ligt. Een iets te lang oogcontact met de verkopers, allemaal mannen, levert hen het recht op om mij hun winkeltje in te trekken.

Het hele land is een avontuur op zich. Er is een snelweg neergelegd door de bergen. Af en toe worden we ingehaald door plaatselijke sultanaten, die blijkbaar geen probleem hebben met de opgelegde snelheidsbeperkingen. Uit mijn ooghoeken zie ik naast los lopende kamelen ook losse geiten die vrij de weg op kunnen wandelen terwijl ik er met een snelheid van 120 km/uur langs vlieg. Mannen stappen uit een taxi en steken de snelweg over en er komt ons een auto, gelukkig met zijn alarmlichten aan, tegemoet rijden over de vluchtstrook.

Uiteindelijk rijden we het oud dorpje Quriat binnen en merken dat we de enige Westerse toerist zijn. De ogen zijn op ons gericht en het bezienswaardige fort op het dorpsplein is overgenomen door een plaatselijk imam. We lopen één ronde om het fort en zorgen er zo voor dat de muren blijven staan en dat mag ook wel aangezien de forten in Oman schitterende gebouwen zijn. We raken verdwaald in de sloppenwijken van het dorp tijdens onze zoektocht naar de zee. Overal vuilnis en troep op straat, afgebroken huizen naast allerlei gebouwen waar kleine winkeltjes een plekje hebben gevonden.
Als we het einde van het dorp hebben gevonden, staan we aan het begin van een eindeloze woestijn. Vlak land, met donker bruin zand, af en toe een struikje en verder niets te zien tot aan de horizon. En toch moet daarachter de Golf van Oman liggen.