Vanmorgen kwam ik Tom tegen, op de markt in Ouroux-en-Morvan, Tom Jansen. Je kent hem vast wel, die Nederlandse acteur met zijn kenmerkende stem. Ko van Dijk’s stem haalde je ook overal tussenuit. Tom hoeft weinig aan zijn stem te doen om hem zo te houden, zegt hij zelf, af en toe een sigaret en een wijntje đ.
Ik zal niet zijn hele filmografie opnoemen, maar in Oeroeg, Het bittere kruid en Een mens van goede wil, was hij te zien en te horen. Af en toe reist hij nog naar Nederland, gewoon voor nog een rol in een serie of film. Niet te lang, want het leven in de Morvan kan hij zeker niet missen.
Ik mag vast nog even reclame maken, hij is nu namelijk te zien op de Nederlandse televisie in de serie Zussen bij omroep Max đ
Ga het komende jaar met me mee naar het eind van de wereld
Daar staat een bankje
En kunnen we rustig terugkijken op de tijd die geweest is
Op boosheid, frustratie en angst
Op geluk, tevredenheid en nostalgie
Ga het komende jaar met me mee naar het begin van de wereld
Daar staat een bankje
En kunnen we rustig vooruitkijken op de tijd die komen gaat
Op jaloezie, eenzaamheid en verdriet
Op hoop, trots en vertrouwen
Reis het komende jaar samen met mij
naar dat bankje
Want het bankje is dezelfde
Aan het eind en aan het begin, aan het begin en aan het eind
Dan leven we samen al het leven daar tussenin
11 November is het Wapenstilstandsdag. Deze dag is bedoeld om te worden gewijd aan het nastreven van mondiale vrede. We gedenken bij de zuil met namen van hen die in de eerste en tweede wereldoorlog omkwamen.
**************
Er is altijd hoop
Ze zijn dood, de jongens uit het dorp
Net als hun vaders en hun opa’s
Ze hebben verdriet gehad
De vriendinnen, de moeders en de oma’s
En dat alles omdat we liefhebben
Onze vrijheid, ons land, onze familie
En iedere dag gebeurt het
Ja, ook in ons
Willen we meer, worden we boos
Jaloers en gemeen
Hoe moeilijk is het toch
Om ons ego te stoppen
En de ander als onszelf te zien
Vandaag herdenken we
Omdat ze dood zijn
Maar vooral omdat we hoop hebben
Dat we ooit de ander liefhebben als onszelf
Gewoonlijk doe ik er ongeveer twintig minuten over.
Het is een wandeling van nog geen twee kilometer, maar bevat wel een flinke steile heuvel.
Vlak naast de weg stroomt water met veel kracht vanwege het grote hoogteverschil.
En net als ik stop om ernaar te kijken, zie ik even verderop meneer Dupont met zijn handen op de rug ook naar het schouwspel kijken.
âBonjour, ça va?â is de standaard begroeting en daarna probeer ik in mijn beste Frans verder te praten.
âQu-est-que vous faites?â Oftewel, wat doet u?
âHet water stroomt uit de bron in mijn weiland, ik heb een geul gegraven naar de sloot. Nu controleer ik of het water kan blijven stromen, omdat af en toe dikke modderklonten de loop versperren.â
âOngelofelijk dat dit soort kleine stroompjes verderop in het landschap van Frankrijk uitgroeien tot machtige rivieren,â zeg ik.
Ik geloof dat ik het met iets andere woorden heb gezegd dan ik het hier nu opschrijf, want voor zulke volzinnen is mijn Frans nog niet goed genoeg.
Kleine zinnen, een onderwerp, een werkwoord en een lijdend voorwerp, daarmee kan ik me al goed redden.
Meneer Dupont is aardig, hij praat heel rustig en als hij een frons in mijn gezicht ziet, legt hij het gewoon met andere woorden nog een keer uit.
âIn de afgelopen vier jaar is de bron drie zomers droog komen te vallen,â zegt hij bezorgd, âalleen in 2021 niet.â
Hijzelf woont vlak bij de samenvloeiing van de Loire en de LâAllier, daar waar de twee rivieren als de Loire verder gaan tot in de Atlantische oceaan.
Maar het liefst is hij in zijn tweede huis, la maison secundaire, in ons mooie dorpje.
En gelukkig maar, want hij zorgt er door zijn harde werken mede voor dat er grote rivieren kunnen ontstaan en geen overstroming via de rijweg.
Ik krijg van alles te horen over de châtaigniers, die met hun bladerdek menig terras in Frankrijk van schaduw voorzien, waarvan de gepofte vruchten op de kersmarkten worden verkocht en dat deze bomen hun oorsprong hebben in de Ardèche, daar waar ook de Loire ontspringt.
Hij vertelt over de zalmen die voornamelijk de LâAllier opzwemmen om te paaien in het ondiepe zoete water op de kiezelbodem dit snelstromende riviertje. Over vispassages die gemaakt zijn om deze vissen te helpen de stuwen te omzeilen.
âDe Loire is de langste rivier van Frankrijk,â vertelt meneer Dupont, âen toch kiest de zalm er voornamelijk voor om de lâAllier op te zwemmen voor hun kraamkamers.’
Als je wilt inburgeren in Frankrijk moet je leren dat de Loire de langste rivier van Frankrijk is, net als dat je in Nederland moet weten hoelang de Nederlandse staat bestaat.
Thuis heb ik via Google maps de rivier eens gevolgd vanuit de oceaan tot aan haar bron, ruim duizend kilometer.
âMaar stel nu dat de benedenloop van de twee rivieren niet De Loire zou zijn genoemd, maar de LâAllier, welke rivier was dan de langste van Frankrijk geweest?â vraag ik.
Meneer Dupont is kalm en aardig, maar trekt nu toch echt zijn schouders op en schudt zijn hoofd.
âIk geloof dat ik daar bij de bron nog even moet controleren of het goed blijft stromen,â lacht hij, âvolgens mij heb jij vandaag weer genoeg Frankrijkkunde gehad.â
Hij klimt over het prikkeldraad en ik zie hem door het weiland lopen naar de source.
Wat fijn dat er mensen als meneer Dupont zijn die graag over hun land vertellen.
De wandeling heeft uiteindelijk een uurtje geduurd, maar dat is zij meer dan waard.
Het moet nog vroeg zijn, want normaal gesproken hoor ik de eerste tractor voorbij rijden als ik nog in bed lig. En nu zie ik hem als ik door het raam van mijn schrijfheiligdom naar buiten kijk. Het geluid van deze landbouwmachine hoorde ik al eerder dan ik de trekker zag. Hij komt met een vaart uit het dal en volgt de slingerende weg omhoog tot ons gehuchtje. Net daarvoor daalt hij nog een stuk om vaart te zetten voor het laatste gedeelte omhoog tot de plek waar twee wegen elkaar kruisen.
Het is Jean-Claude achter het enorme stuur. Hij zwaait naar me. Gisteren stopte hij zijn tractor nog voor ons huis, midden op de weg, om even te praten over allerlei medische problemen in zijn leven. Ik heb er niet veel van onthouden, omdat ik steeds bezig was om te kijken of er auto’s aankwamen die er niet door zouden kunnen omdat wij hier stonden te praten. Een plaatsvervangend schuldgevoel waar ik wel vaker last van heb. Maar er kwam geen enkele wagen, misschien omdat ons gehuchtje het meest rustige is van Frankrijk.
Het enige dat me van zijn verhaal wel is bijgebleven is, dat zijn arm tien jaar geleden van zijn romp was gescheurd en er door de arts in Dijon weer aangenaaid is of heb ik hem verkeerd begrepen en zijn woorden verkeerd vertaald? De volgende keer zal ik hem er, in mijn beste Frans, nog eens naar vragen.
Mijn oog valt er gewoon op.
Zodra ik Le Journal du Centre opensla, de krant voor het nieuws van Centraal Frankrijk.
Een groepsreis voor gepensioneerden naar een kasteel.
Zoân berichtje zou ook in een Nederlandse krant niet misstaan.
De gepensioneerden van mijn oud-werkgever bijvoorbeeld, gingen ieder jaar een dag op uitstapje.
Eerlijk gezegd geen idee waarheen.
Maar ze kregen wel een snoepzak mee voor in de bus, dat heb ik dan wel onthouden.
Hier gaat de groepsreis dit jaar naar le château Savigny-lès-Beaune en zijn negen thema musea.
Ik ben nog jong, maar officieel wel gepensioneerd.
En ik woon sinds een aantal maanden in het midden van dit land.
Dus ik zou me kunnen opgeven.
Voor een groepsreis met een lunch die de smaakpapillen streelt.
Maar wat ik eigenlijk stiekem veel leuker vind,
is een groepsreis voor gepensioneerden naar het Noorderliefde Festival of het Festival du Paradis.
Daar waar je tien uur lang uit je dak gaat met DJ Pilule.
Gesponsord door de GHB producent, Grand Halluciner Bricoler.
Ik denk dat ik nog lang moet wachten op zoân uitnodiging.
En dat wij gepensioneerden ons nog jaren tevreden moeten stellen,
met een busreisje naar een kasteel met negen musea en een maaltijd.
Of zal ik toch eens contact opnemen met mevrouw Perrot en mijn ruige voorstel op tafel leggen?
Want er moet toch ooit een generatie ouderen komen die nog steeds alle festivals aflopen.
En hun middagmaal nuttigen bij een foodtruck.