“Iedereen kan het”, zei hij gisteren.
Net terug van twee stedentrips, val ik in een interview met René Gude, de denker des vaderlands. “Sterven is doodeenvoudig”.
Misschien heeft hij wel gelijk en bepaal je zelf of het een makkelijke weg wordt naar de dood. Hij vergelijkt zijn leven met een speedboot. Je hebt een doel, je weet waar je wilt zijn en in volle vaart ben je onderweg. Dan komt opeens het bericht. Je gaat dood. Het duurt nog even, maar je gaat dood. De speedboot verandert in een ouderwetse roeiboot. Met je rug naar de toekomst, in een traag tempo, kijk je achteruit naar jouw verleden.
Afgelopen weekend was ik in Parijs. En wat is er dan romantischer dan een bezoek aan de catacomben met de schedels en botten van zo’n 6 miljoenen Parijsenaars. Tussen hen zijn er zeker geweest die hun dood hebben zien aankomen, die een besluit hebben kunnen nemen hoe ze ermee wilden omgaan. Al lopend in die ondergrondse gangen en kijkend naar al die schedels en botten, komt het verdriet in me naar bovenkomt.
De emotie die er echt toe doet, komt vanzelf.