‘Iedere dag heb je de keus, ren je door of gooi je rigoureus’ het roer om. Hier het verhaal van Wim Akkermans die op een dag besloot zijn leven als postbesteller op te geven en een hardloopschool te beginnen. Een dag uit zijn leven, opgetekend door Foppe Weijer.
Een collega hardlooptrainer komt deze ochtend kijken hoe ik, samen met mijn trainers, een aantal trainingsgroepen van mijn Loopschool begeleid. We delen al jaren de passie van lange afstanden hardlopen en het overbrengen van onze hardloopervaring op andere lopers. Trainers zien elkaar niet vaak aan het werk, maar vandaag kan ik hem een training laten meebeleven.
‘Het is lang geleden dat we elkaar gesproken hebben, leuk dat je met me meegaat,’ zeg ik.
We ontmoeten elkaar op de afgesproken tijd en hebben amper een paar meter gefietst of we moeten al in onze remmen knijpen. Een uitrukkende brandweerauto met zwaailicht en sirene kruist ons pad op deze vroege warme zaterdagochtend. We kijken de auto na, terwijl het voertuig zijn weg vervolgt naar de meldplek. Al snel neemt de stilte van de zaterdagochtend het over van de twee harde tonen.
‘Te lang geleden, maar ik ben blij dat ik vandaag de tijd heb om te zien wat jij hebt opgebouwd, Wim. Over lang geleden gesproken, jij hebt toch ook bij de brandweer gewerkt?’
Het is zeker zeven jaar geleden dat ik deel uitmaakte van het vrijwillige brandweerkorps. Mijn loopschoenen had ik ’s nachts naast mijn bed staan en als ik een oproep kreeg, spurtte ik naar de brandweerkazerne. Dat resulteerde in een aardige verzuring van mijn benen, die vanzelf weer oploste als we met de eerste uitruk op een melding afgingen. Als ik ergens bij ben, dan ben ik fanatiek.
‘Ja, dat is alweer even geleden en nee, ik heb geen spijt.’
In al die jaren heb ik in de eerste uitruk gezeten en dat betekende dat ik de meest erge situaties heb meegemaakt.
‘Zeker geen spijt dat ik een andere keuze heb gemaakt. Ik heb dat graag en ook met liefde en plezier gedaan, maar op een gegeven moment was ik ook klaar.’
We zijn op weg van Vught Zuid naar de noordkant en de meeste mensen liggen nog op bed of zijn op zomervakantie.
‘Ik heb nu eindelijk van mijn hobby mijn beroep kunnen maken.’
Eigenlijk had ik aan het eind van de vorige eeuw al een eigen loopschool willen starten. In die periode werkte ik overdag bij de Koninklijke PTT Post, in de avonduren gaf ik training aan loopgroepen bij Prins Hendrik in Vught. Daarnaast werkte ik voor de brandweer en liep ik regelmatig een wedstrijd over ultra afstanden. Maar voor jezelf beginnen is toch wel een grote stap. Wanneer komt het moment dat je de zekerheid van inkomen vaarwelzegt en je droom achternagaat? Zeker als je kleine kinderen hebt en daarbij moet je er thuis ook samen achter kunnen staan. In die periode heb ik dan ook gezegd, laat maar rusten, ik train gewoon, verzorg mijn trainingen, doe mijn wedstrijden en wie weet komt het ooit nog wel eens.
‘Ja, sporten is zeker voor jou je lust en je leven, maar wanneer kwam het moment om je vaste baan op te geven? Wat gaf de doorslag om voor jezelf te beginnen?’
‘Het keerpunt is gekomen toen het postbedrijf ging reorganiseren met veel wisseling van de wacht in het management. Voor iemand die houdt van orde, netheid, goede begeleiding en goed omgaan met personeel, was dit een moeilijke situatie en op een gegeven moment heb ik gezegd, jongens voor mij hoeft het niet meer. Geef mij maar een rugzak dan ga ik vertrekken en voor mezelf beginnen. Ik begin mijn eigen loopschool, Loopschool Wim Akkermans.’
‘En daar kon je de brandweeractiviteiten niet meer bij doen?’
‘Als je overdag heel actief bent en dan ’s nachts ook nog eens naar een zwaar ongeval moet of een brand, dan wil ik daar niet als een zombie staan. Dat was mijn reden om te stoppen bij de brandweer. De schoenen staan nog steeds op dezelfde plek naast mijn bed. Ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Maar ze staan er nu omdat mijn hele dag in het teken staat van trainingen geven,’ zeg ik, terwijl ik hem even een klap op zijn schouder geef, ‘leuk dat je een ochtend komt meekijken. Kijk rond, blijf vragen stellen en geniet vooral.’
We rijden het sportpark op van TV Wolfsbosch, de tennisvereniging in Vught Noord, het startpunt van mijn loopgroepen vandaag. Het is heerlijk stil op het complex en ik heb nog even de tijd om de bidons te vullen met fris water en de deuren tegen elkaar open te zetten zodat de ergste warmte het gebouw kan verlaten.
‘Goedemorgen Wim,’ roept de eerste enthousiaste hardloper, ‘perfect weer voor een duurloopje.’
Dat is het mooie van hardlopers, ze hebben altijd zin om te trainen.
‘Zeker mooi weer, zolang je maar goed blijft drinken tijdens de training,’ roep ik terug.
Het wordt steeds drukker in de kantine. Het geluid van de meute begint aan te zwellen.
‘Kan ik dit jaar nog een pitstop van je krijgen?’ vraagt een van de oudere lopers.
De afgelopen vier jaar hebben we de Pitstop, een looptechniek-clinic, ontwikkeld. Het is een moment waarop ik lopers laat zien hoe ze zichzelf kunnen verbeteren in het hardlopen, verbeteringen aan hun loophouding, waardoor ze meer plezier gaan beleven in het bewegen en ter voorkoming van blessures. Ik maak dan video opnames van het lopen, analyseer deze en kom met voorstellen tot verbetering. Met die voorstellen gaan we oefenen totdat de beweging door het lichaam wordt opgepakt. Tijdens de trainingen geef ik daar aanwijzingen over, zodat het lichaam de juiste beweging steeds beter leert herkennen.
‘Wie weet lukt het nog om in het najaar een pitstop te plannen. Zodra ik een datum heb zal ik je mailen en het op de website plaatsen.’
Het is negen uur, tijd om met de trainingen te beginnen.
‘Dames en heren, even jullie aandacht. We gaan weer in groepen uiteen, de niveaugroepen vertrekken nu met hun trainers, de duurgroepen gaan met mij mee. Geniet van het lopen, van elkaar en de omgeving waar je doorheen loopt en let op: vooral met deze warmte, drink op tijd.’
Heel langzaam begint de kantine leeg te lopen, de groepen rennen weg en wij blijven nog even in een oorverdovende stilte achter om alles af te sluiten.
‘En waar lopen de duurloopgroepen vandaag heen?’
‘Dat is nu het mooie van mijn trainingen,’ zeg ik, ‘dat weet ik van tevoren nooit. Ik start en loop weg, ik houd rekening met het tempo van de groep, ik houd rekening met de grootte van de groep, ik houd rekening met mogelijke blessures, ondergrond, het weer. En dan gaan we lopen en houd ik de tijd in de gaten, Vandaag is de langste afstand twintig kilometer, dan zorg ik dat we tussen de 19 en 21 kilometer lopen. Niet meer en niet minder.’
Aan het eind van deze zaterdagtraining hebben we 21 km op de fiets gezeten als begeleider van de verschillende tempogroepen van de duurlooptraining.
‘Heel bijzonder hoe jij de verschillende snelheidsgroepen bij elkaar hebt kunnen houden. Je moet wel veel van de omgeving weten om lopers zo’n gevarieerd parkoers aan te kunnen bieden. Door de Gement aan de stadsgrens van Den Bosch, door het Bossche Broek en om de IJzeren man, ik heb genoten van de natuur en volgens mij de lopers ook.’
‘Ik denk dat ik nu iets moois bereikt heb sinds ik in 2011 de loopschool ben gestart en daar ben ik bijzonder trots op. Ik heb 275 leden, en het mooie is dat ik iedereen ken van naam, ik heb met iedereen contact, iedereen mag mij altijd bellen.’
Ondertussen ruim ik de spullen na de training op en maak de bidons schoon voor de volgende training.
‘Geduld en rust vind ik belangrijk. Ik zeg altijd tegen de lopers: neem de tijd voor je trainingen, acclimatiseer door op tijd aanwezig te zijn en neem je rust na de training om weer te landen voordat je naar huis gaat. Zo beleef je veel langer plezier aan het lopen.’
Mijn collega pakt zijn fiets om naar huis te gaan en ik de mijne om me te verplaatsen naar het startpunt van de middagtraining.
‘We zien elkaar binnenkort weer en wie weet kom je eens kijken bij de Pitstop later in het jaar?’
Ik zwaai hem na en zet koers richting de Drunense Duinen. De ochtend is omgevlogen, zoals elke dag waarop ik training mag geven.
www.loopschoolwimakkermans.nl