Beeldscherm slaaptekort

Slaaptekort

In de Volkskrant van zaterdag 29 november staat op de voorpagina ‘We slapen te weinig.’
Dat vind ik toevallig. Afgelopen week was voor mij een experimentele zeven dagen zonder televisie.
We slapen steeds minder. Beeldschermen houden ons wakker, ‘ zegt het artikel.
Van de 7 nachten heb ik er afgelopen week drie kunnen doorslapen. Toch voel ik me uitgerust.

Daarnaast heb ik het gevoel dat ik de afgelopen week niets gemist heb.

Ik heb wel de voorpagina’s van de Volkskrant bijgehouden. En weet dan ook dat Frankrijk is ontsnapt aan een EU boete, dat Turkije voor bewindsman Asscher een geliefde vijand is, dat er een Fergusonnese volkswoede kan ontstaan als mensen vinden dat er geen eerlijk recht wordt gesproken, dat de universitaire promotiefabrieken, door onder andere onze Diederik, haar langste tijd hebben gehad en dat de Amerikaanse minister van defensie Chuck Hagel na twee jaar is afgetreden.

Ik denk dat ik ook wel zonder die informatie kan leven.

Zou een weekje zonder prikkels van alle beeldschermen het slaapvermogen nog verder gaan verbeteren? Even wachten tot de kerstvakantie, dan gaan laptop en mobiele devices uit. Heerlijk, ik kan niet wachten.

In de nachttrein

Nachttrein

De lange nachttrein staat al even te wachten op alle passagiers. Een gekrioel van mensen en koffers. Er wordt geroepen en omgeroepen.
Dit had een beeld kunnen oproepen van de Oriënt Expres, maar helaas het is koud, winderig en weinig instappende reizigers en de locomotief inclusief rijtuigen zien er niet sjiek uit.
Over het bijna lege perron loop ik met zekere tred naar de slaapwagon die me naar Zwitserland zal brengen. Aangekomen bij de laatste wagon, blijkt dat ik in de eerste moet zitten. De conditie is er weer en met een ferme spurt haal ik de voorste coupé voor de trein zich in beweging zet.

Ik voel de snelheid van de trein door mijn lichaam stromen. Ik zit stil en toch is mijn lichaam in beweging. 

Het is een beweging die ik herken van de auto ritten naar Leeuwarden of Emmen terug naar het platteland van Brabant. Het is avond. Mijn vader zit achter het stuur van de auto. De koplampen zetten de provinciale wegen in vlam en naast me zie ik donkere weilanden. Het is alsof iemand in de verte een lichtje aan en kort daarop weer uit doet.
‘Papa, wat zijn dat voor lichtjes?’
‘Dat is Kampen.’
‘Wat is Kampen, papa?’
Ik zit rustig achterin en laat de vaart van de auto op mijn lichaam inwerken. Mijn ogen willen niet meer open. Gewoon donker en slapen op het ritme van de motor.

Het is avond en de trein rijdt. Nog een dikke 11 uur voor we er zijn. Als ik naar buiten kijk zie ik in het donker weilanden en overal lichten van fabrieken, stations, auto’s, huizen. We rijden over een verlichte aardbol. 
En ik denk: ‘Waar zouden we nu zijn?’
Mijn ogen sluiten zich. Gewoon donker en slapen op het wiegen van de trein.

Verbondenheid en strijd

Papaver

Ik zit te drinken en te praten
geheel zorgeloos
Mijn stem heeft me losgelaten
En ik ben zo mach, machte, machteloos

Je bent vermoeid na een kleine inspanning
Geheel ademloos
Je lichaam staat onder spanning
En je bent zo mach, machte, machteloos

Misschien klinkt het gek en begrijp je wat ik bedoel
Het voelt echt als een verbondenheid en een streven
Ieder met zijn eigen strijd en met maar één doel
Dat is ge, gezon, gezond weer verder leven!!!

Een fabelachtig sprookje

Bosbeekje

Er was eens ……. en ze leefden nog lang en gelukkig. En zo zal het altijd blijven. Een zedenles voor iedereen die het wil horen. En wee diegene die het moraal van het verhaal niet ter harte neemt. 
Veel lees plezier!

In een bos hier niet ver vandaan woont een meisje met haar vader en moeder. Het meisje heet Esmeralda. Haar vader is houthakker in het bos. Elke dag gaat hij fluitend naar zijn werk.
Op een dag heeft hij zijn brood vergeten mee te nemen.
“Esmaralda wil jij deze boterhammen naar je vader brengen?”
“Natuurlijk mama”, zegt Esmeralda.
Heerlijk, denkt ze. Even lekker een eindje door het bos lopen en dan bij papa kijken hoe hij het hout hakt. Dat is altijd lachen. Hij hakt namelijk zo snel en hard dat de stukken hout om zijn oren vliegen.
“Mama,” vraagt Esmeralda, “is het goed dat Boris ook met me mee gaat?”
Boris is de hond van Esmeralda en die staat al te springen bij de deur.
“Dat is goed,” lacht mama. “Met Boris bij je, kan je vast niet verdwalen.”
 
Esmeralda kent het bos op haar duimpje en met Boris erbij is het nog leuker.
“Whaf, zullen we langs het beekje lopen?”
“Oké, maar ik heb wel mijn goede kleren aan, die mogen echt niet vies worden,” zegt Esmeralda.
Als ze nog maar een klein stukje weg zijn, horen ze Karel de Kraai.
“O nee,” zegt Esmeralda, “daar komt die lastpost weer aan”.
“Krraa,” zegt Karel de kraai. “Ik ben geen lastpost, ik kom je vandaag alleen maar helpen. Wat heb je daar bij je?”
“Brood voor papa en voor niemand anders,” zegt Esmeralda.
Ze kent Karel wel een beetje, die heeft altijd honger.
“Krrood, mmm lekker”.
“Nee, brood zei ik”.
“Juist, krrood,” krast Karel de kraai.
 
“Krraa, misschien kan je me even helpen? Mijn nestje is uit de boom gevallen en ligt in het water van de beek. Kan jij dat met een tak even uit het water halen en weer in de boom leggen, krraa?”
Esmeralda is een meisje dat altijd anderen helpt.
“Natuurlijk zal ik je helpen,” zegt ze.
Ze doet haar mooie jasje uit, legt de boterhammen op de jas en vraagt of Boris even een grote tak wil zoeken. Dat wil Boris wel. Hij vindt de grootste tak die hij kan vinden.
Heel voorzichtig loopt Esmeralda naar de waterkant. Het is een beetje glad en modderig. Ze mag haar kleren niet vies maken had mama gezegd. Ze doet nog een klein stapje. Haar schoen raakt het water net niet. Nu buigt ze zich voorover. Met de tak in haar handen probeert ze het nestje te raken. Ze moet nog iets verder buigen. Ze ziet niet dat haar schoen een klein beetje uitglijdt en in het water terecht komt. Ze voelt en ziet niets. Ze ziet alleen maar het nestje en de punt van haar tak. Met haar tong een klein beetje uit haar mond, kan ze het nestje net raken. Het lukt, het lukt en ze trekt het nestje naar zich toe.
 
“Het is gelukt,” roept ze.
“Kraa, krrood lekker,” kraait Karel.
Esmeralda ziet dat de kraai het zakje met boterhammen voor papa in zijn snavel heeft.
O nee, denkt ze. Ze ziet nu ook haar vieze schoen. Zelfs haar sok is nat en zit vol met modder. Wat zal mama boos zijn. Papa’s boterhammen weg en haar kleren helemaal vies.
 
Net als Karel de Kraai wil wegvliegen met de boterhammen roept Esmeralda: “Kijk, daar is je moeder.” 
Karel de kraai kijkt om en op dat moment pakt Esmeralda de boterhammen van Karel af.
Boris blaft nog heel hard: “Afblijven vervelende vogel.” En Karel vliegt van schrik weg in een boom. Zonder de boterhammen.
In de boom zit Karel de Kraai zacht te krassen
“O, wat ben ik toch een dommerd, kraa. Nu heb ik geen nestje en geen krrood”.
 
Esmeralda en Boris lopen snel door naar papa. En als ze hem gevonden hebben, vertellen ze het hele verhaal.
Papa moet wel lachen om die gekke Karel de Kraai. Hij geeft Boris een stukje van zijn boterham. Esmeralda krijgt een hele boterham en papa zegt dat hij de natte voet van Esmeralda helemaal niet erg vindt.
 
 

Against all odds

Zwaan

Een vogel

Al even geleden kwam ik een vogel tegen in mijn leven
Een erg leergierig dier, op en top
Zal ze met de groep mee vliegen
Zoekt ze soms de vrijheid op

Bedreven vliegt ze, maakt de vreemdste capriolen
Kijkt weetgierig naar opzij
Verandert haar koers als het zo uitkomt
Durft te leven in woestenij

Uit het niets ziet ze een andere wereld
Een plek waar ze haar zien staan
hier kan ze al haar kunsten tonen
hier kan ze veranderen in een zwaan

De volgende dag al wil ze vliegen
De andere dag ziet ze zich al gaan
Toch zal er veel water nog gaan vloeien
Voor de grenzen opengaan

Het gaat nu echt gebeuren
De tijd van afscheid breekt al aan
De spanning van het nieuwe
De alledaagse dingen hebben afgedaan

Aan de kunsten zal het niet liggen
Die kent ze door en door
En de gedragingen van de vreemde vogels
Spelen nu al in haar door

Blijft het afscheid van de vrienden
Waar ze zo van houden kan
Onder haar veren in haar hart
Weet ze dat ze die niet missen kan

In de vrijheid ligt de kracht
Waardoor elke vogel vliegen kan
In de toekomst ligt ons samen
Die geen enkele kracht ons ontnemen kan

Dure ansichtkaarten

Dure ansichtkaart

Boven de vensterbank naast de voordeur zie ik nog net de witte kruin van een klein jongetje. 
“Wilt u misschien kaarten kopen?” 
Knap dat zo’n kleine jongen onze hoge voordeur bel heeft weten te bereiken. 
“Ik vind het ook wel heel kort na Jantje Beton, maar het is voor de Schalm. We kunnen dan met dat geld ons schoolplein opknappen, bijvoorbeeld ijzeren doelen.” 
De woorden komen vanonder een kleine paraplu. Zijn woorden wachten ook niet op mijn woorden. Zonder me aan te kijken gaat de kleine man verder. 
“Ze kosten wel veel hoor. Ik vind het zelf eigenlijk veel te duur. Ik kan me goed voorstellen dat u het niet doet hoor. Ik zou ze zelf niet kopen, maar ik heb ze wel zelf getekend en ik vind ze best wel mooi geworden.” 
Daarna kijkt hij me met een heel lief gezichtje aan. 

Natuurlijk Marijn koop ik een setje kaarten van je. Ik zoek mijn geld en hij zoekt het setje kaarten onder uit zijn grote plastic tas. Het grote wisselspel begint. Ik houd zijn paraplu even vast en de natte papieren die hij in zijn hand heeft. Hij vist de kaarten uit de tas. Daarna neemt hij de paraplu weer over en geeft mij de kaarten. Ik geef hem het geld, maar hij moet nog wisselgeld teruggeven. Dus houd ik de paraplu weer vast. 
Ik ga ervan uit dat het uiteindelijk goed is gekomen, met Marijn en met het schoolplein.

Een bestemming voor het eerste dure kaartje heb ik al gevonden. Een lieve collega neemt afscheid. Hoera en ballonnen voor haar.